Denk opnieuw mee met de Staatscommissie rechtsstaat

Reactie

Naam G Kuijpers
Plaats Bussum
Datum 21 april 2024

Vraag1

Hoe kan beleid en wetgeving minder ingewikkeld worden?

Voor veel burgers is de overheid onbegrijpelijk geworden. Er zijn veel verschillende overheidsorganisaties en daarnaast zijn ook aan private organisaties bepaalde publieke taken uitbesteed of opgedragen. Dat leidt tot ingewikkelde, verkokerde wetgeving en beleid en vervolgens weer tot versplinterde dienstverlening (met eigen al dan niet digitale loketten). Als beleid en wetgeving zo ingewikkeld is dat burgers door de bomen het bos niet meer zien, is dat een rechtsstatelijk probleem. Burgers weten de overheid dan niet goed te vinden en worden daardoor niet voldoende beschermd door en tegen de overheid. Deze ingewikkeldheid geldt in het bijzonder op het gebied van sociale zekerheid, fiscaliteit en het sociaal domein. De roep om het fiscale stelsel te vereenvoudigen, de toeslagen af te schaffen of de wetgeving in het sociaal domein te herzien is logisch, maar te gemakkelijk. Daarover zijn ook al verschillende rapporten verschenen en er lopen allerlei initiatieven waar met goede wil aan wordt gewerkt door betrokkenen, maar die hebben nog niet tot de gewenste vereenvoudiging geleid. Welke maatregelen zijn volgens u nodig om beleid en wetgeving structureel minder ingewikkeld te maken?
Een belangrijke maatregel zou wat mij betreft zijn: bezint eer ge begint.
Mijn observatie is dat er teveel ‘pleisters worden geplakt’ symptoombestrijding dus terwijl de echte oorzaak van problemen vaak veel dieper ligt en ook vaak systemisch is. Bij beleid en wetgeving zou een allereerste reflex daarom moeten zijn:

1: waarom willen we hier beleid of wetgeving maken. Is dat echt nodig?
2: welk probleem gaan we hier eigenlijk mee oplossen?

Dus allereerst een grondige, systemische en integrale analyse van het symptoom wat zich aan de oppervlakte manifesteert alvorens men nieuwe regels en wetten invoert.

Vraag2

Welke wetgeving moet als eerste worden vereenvoudigd?

Bij de vorige vraag is toegelicht dat het stelsel van beleid en wetgeving de afgelopen jaren heel ingewikkeld is geworden. Dit geldt in het bijzonder voor wetgeving op het gebied van sociale zekerheid (bijvoorbeeld het aanvragen en gebruik maken van toeslagen en uitkeringen), fiscaliteit (ingewikkelde belastingregels en daarbij horende uitzonderingen) en het sociaal domein (het gebruik maken van sociale voorzieningen bijvoorbeeld op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning). Het is nodig om wetgeving te vereenvoudigen. Aan welke wetgeving moet hierbij prioriteit worden gegeven?
Deze vraag kan ik niet beantwoorden. Dat vereist een grondige kennis van de sociale wetgeving.

Vraag3

Hoe kan bij maatwerk willekeur worden voorkomen?

Aan een belangrijk deel van de ambtenaren die veel contact met burgers hebben, worden twee botsende eisen gesteld. Aan de ene kant is de eis dat het niet uitmaakt welke ambtenaar een burger treft. Elke ambtenaar moet een burger gelijk behandelen. Aan de andere kant is het belangrijk dat een ambtenaar rekening houdt met de specifieke situatie van de burger. Dit noemen we maatwerk. Als een ambtenaar maatwerk levert, kan het ertoe leiden dat hij de ene burger anders behandelt dan een ander. Dus niet gelijk. Kortom, maatwerk en gelijk behandelen, levert voor de ambtenaar spanning op. Hoe moeten ambtenaren met deze spanning omgaan? Wat mag een burger daarin van een ambtenaar verwachten en wat niet?
We zijn allemaal gelijk en tegelijkertijd zijn we ook allemaal uniek en per definitie verschillend. Je behandelt iedereen gelijk als je altijd per individu maatwerk levert en per geval bekijkt wat er nodig is om voor de burger het beste resultaat te behalen. Een mooie stelregel is: pas toe of leg uit. Daarmee kun je de spanning opheffen. Als je op een goede wijze kunt onderbouwen waarom je in dit specifieke geval afwijkt van de regel dan ben je goed bezig. Aangezien iedereen mag rekenen op deze stelregel behandel je ook iedereen gelijk. Want een volgende keer wordt er voor jou een uitzondering gemaakt. Omdat jouw specifieke situatie daar aanleiding toe geeft.

Vraag4

Hoe kan het contact tussen burger en overheid worden verbeterd?

Een toegankelijke, begripvolle overheid en duidelijke overheidscommunicatie zijn belangrijke voorwaarden om burgers mee te kunnen laten doen met de rechtsstaat. Deze voorwaarden staan echter onder druk. Een aanzienlijk deel van de inwoners van Nederland begrijpt de communicatie vanuit de overheid niet. Burgers weten daardoor niet of de overheid iets van ze verwacht, en als dat het geval is, wat ze dan precies moeten doen. Daarnaast voelen deze burgers zich in het contact met de overheid vaak niet echt gehoord en ervaren zij veel wantrouwen. Met welke concrete maatregelen kan het contact tussen de overheid en de burger worden verbeterd?
Deze vraag gaat volgens mij over menselijkheid, compassie en echte verbinding. Daar hoef je geen maatregelen voor te nemen maar dat wil je juist stimuleren en laten groeien bij de mensen. Mijn voorstel zou zijn om alle overheidsmedewerkers kennis te laten maken met de ‘Inner Development Goals’. Aan de slag dus met persoonlijk meesterschap, wijsheid en compassie. Binnen de overheid kan er ook gewerkt gaan worden met leiderschapsprogramma’s die gebaseerd zijn op ‘eco-systemen’ in plaats van ‘ego-systemen’.

Vraag5

Hoe kan doorprocederen door overheidsorganisaties worden verminderd?

Bij bezwaar- en beroepszaken tussen burger en overheid komt het regelmatig voor dat de overheid onnodig doorprocedeert, soms tot de hoogste rechter. Burgers ervaren dit als een enorme last. Dit is een gebrek in de rechtsbescherming die de overheid dient te bieden. Met welke concrete maatregelen kan doorprocederen door de overheid worden verminderd?
Onnodig doorprocederen door de overheid streng gaan sanctioneren. De vraag is dan wel wie bepaalt dat het onnodig is. Daar moet naar gekeken worden iedere keer dat de overheid besluit om door te procederen. Dus een soort zorgvuldigheid check in het leven roepen die door de overheid verplicht moet worden doorlopen iedere keer als men overweegt om verder te procederen. Kern van deze check is de vraag in wiens belang het is om door te procederen en welke schade de burger hiervan gaat ondervinden en of dit in verhouding staat tot de casus. De burger kan de overheid vervolgens ter verantwoording roepen als achteraf is gebleken dat het doorprocederen onnodig was. Een sanctie voor de overheid is dan het gevolg.

Vraag6

Hoe kunnen te grote beloften van de politiek en overheid worden voorkomen?

Naar aanleiding van incidenten of een crisis bestaat bij de politiek en de overheid al snel de neiging om meer te beloven dan waar gemaakt kan worden of om maatregelen voor te stellen die niet mogelijk zijn onder het geldende recht. Denk bijvoorbeeld aan de zeer traag verlopende hersteloperatie toeslagen. Hierdoor ontstaat een tegenstelling tussen wat de overheid zegt en wat de overheid doet. Dit leidt uiteindelijk bij burgers tot een lager vertrouwen in de overheid. De rechtsstaat kan alleen goed werken als er sprake is van een goed samenspel tussen burgers en overheid. Als burgers geen vertrouwen meer hebben in de overheid kunnen ze afhaken. Het samenspel tussen burger en overheid valt dan stil. Dit ondergraaft de werking van de rechtsstaat. Hoe kan worden voorkomen dat politiek en overheid te grote beloften doen die niet kunnen worden waargemaakt?
Dit lijkt mij wederom een vraag omtrent leiderschap. Dit gaat over waarachtig communiceren. Geen stelligheid en stoere taal in beloftes maar zorgvuldigheid in de inspanningsverplichting om het beste resultaat na te streven voor de burgers zonder dat je nu al precies weet hoe dat eruit gaat zien. Je belooft de burgers daarbij wel dat je ze in iedere fase van het proces meeneemt in de overwegingen en uitkomsten.

Vraag7

Hoe kan de burger beter worden betrokken bij vormgeving van beleid?

In de Nederlandse democratische rechtsstaat is een belangrijk uitgangspunt dat iedere inwoner van Nederland invloed kan hebben op de uitoefening van overheidsmacht. Een zichtbare en heel bekende manier om deze invloed uit te oefenen, is het recht om volksvertegenwoordigers te kiezen. Daarnaast zijn er ook andere manieren om inwoners van Nederland in staat te stellen invloed op de overheidsmacht uit te oefenen. Een van die manieren is om inwoners van Nederland beter te betrekken bij het maken van beleid. Veel overheidsorganisaties investeren in deze betrokkenheid, bijvoorbeeld door het organiseren van internetconsultatie en inspraakavonden. Toch heeft de staatscommissie de indruk dat deze betrokkenheid beter kan, zodat de inwoners van Nederland meer invloed kunnen hebben op de uitoefening van overheidsmacht. Met welke concrete maatregelen kan de burger beter worden betrokken bij de vormgeving van beleid?
Het stelselmatig invoeren van burgerberaden. Iedere burger krijgt meerdere keren per jaar de gelegenheid om actief te participeren in burgerberaden. De burgers krijgen hier ook onderwijs en begeleiding in. Het Zwitserse model wordt gebruikt om voor de Nederlandse situatie te gaan uitwerken.

Vraag8

Hoe kan worden gestimuleerd dat burgers, politici, bestuurders en ambtenaren een beter idee hebben van het belang van de rechtsstaat voor henzelf en de samenleving? En hoe kunnen burgers, politici, bestuurders en ambtenaren worden gestimuleerd dat ze gaan bijdragen aan het onderhoud van de rechtsstaat?

Vrijwel iedereen vindt de rechtsstaat belangrijk, maar de meeste mensen baseren dat belang op een vage notie van wat de rechtsstaat inhoudt. Dit geldt niet alleen voor burgers, maar ook voor politici, bestuurders en ambtenaren. Het leidt ertoe dat gesprekken over de rechtsstaat zich vaak beperken tot één invalshoek, dat mensen geen idee hebben wat de rechtsstaat voor hen kan betekenen, welke rol zij erin spelen of dat de rechtsstaat niet consequent wordt uitgelegd of voorgeleefd.
De staatscommissie ziet het als belangrijke eerste stap dat burgers, politici, bestuurders en ambtenaren de betekenis van de rechtsstaat kennen en omarmen. Daarmee staat zowel het idee als het belang van de rechtsstaat bij iedereen beter op het netvlies. De vraag is: met welke maatregelen kan worden gestimuleerd dat burgers, politici, bestuurders en ambtenaren hiervan kennis nemen en dit idee omarmen? En vervolgens: hoe zorgen we ervoor dat iedereen zijn bijdrage levert aan het onderhoud van de rechtsstaat? En kunt u dat specificeren naar burgers, politici, bestuurders en ambtenaren?
Deze vraag bevreemd mij. Ingewikkeld en complex gesteld. Veel vaagheid, betekenisloze zinnen. Kortom niet te volgen en niet te beantwoorden. Misschien zit hier wel het antwoord in: houd het SIMPEL! Stel 1 vraag per keer.