Denk opnieuw mee met de Staatscommissie rechtsstaat
Reactie
Naam | mr J.S. van Dam |
---|---|
Plaats | Leidschendam |
Datum | 29 maart 2024 |
Vraag1
Hoe kan beleid en wetgeving minder ingewikkeld worden?Voor veel burgers is de overheid onbegrijpelijk geworden. Er zijn veel verschillende overheidsorganisaties en daarnaast zijn ook aan private organisaties bepaalde publieke taken uitbesteed of opgedragen. Dat leidt tot ingewikkelde, verkokerde wetgeving en beleid en vervolgens weer tot versplinterde dienstverlening (met eigen al dan niet digitale loketten). Als beleid en wetgeving zo ingewikkeld is dat burgers door de bomen het bos niet meer zien, is dat een rechtsstatelijk probleem. Burgers weten de overheid dan niet goed te vinden en worden daardoor niet voldoende beschermd door en tegen de overheid. Deze ingewikkeldheid geldt in het bijzonder op het gebied van sociale zekerheid, fiscaliteit en het sociaal domein. De roep om het fiscale stelsel te vereenvoudigen, de toeslagen af te schaffen of de wetgeving in het sociaal domein te herzien is logisch, maar te gemakkelijk. Daarover zijn ook al verschillende rapporten verschenen en er lopen allerlei initiatieven waar met goede wil aan wordt gewerkt door betrokkenen, maar die hebben nog niet tot de gewenste vereenvoudiging geleid. Welke maatregelen zijn volgens u nodig om beleid en wetgeving structureel minder ingewikkeld te maken?
Ik denk dat de belangrijkste maatregel om beleid en wetgeving structureel minder ingewikkeld te maken is gelegen in het beperken van de ambitie. Het is onwerkbaar om alle min of meer individuele situaties en omstandigheden waarin mensen verkeren te dekken in het beleid en de regelgeving. Ik denk dat in the end de burger er meer aan heeft dat er stabiele regels zijn, DIE WORDEN GEHANDHAAFD!, waarmee je helder hebt wat je moet doen om beter af te zijn, dan steeds weer nieuwe regels en uitzonderingen, waardoor je nooit een lange termijn plan kunt maken.
Vraag2
Welke wetgeving moet als eerste worden vereenvoudigd?Bij de vorige vraag is toegelicht dat het stelsel van beleid en wetgeving de afgelopen jaren heel ingewikkeld is geworden. Dit geldt in het bijzonder voor wetgeving op het gebied van sociale zekerheid (bijvoorbeeld het aanvragen en gebruik maken van toeslagen en uitkeringen), fiscaliteit (ingewikkelde belastingregels en daarbij horende uitzonderingen) en het sociaal domein (het gebruik maken van sociale voorzieningen bijvoorbeeld op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning). Het is nodig om wetgeving te vereenvoudigen. Aan welke wetgeving moet hierbij prioriteit worden gegeven?
Dit is naar mijn mening een onzinnige vraag. Het gaat om de combinatie van verschillende regels die het totaal ingewikkeld maken. Mijn benadering zou tweeledig zijn:
1. bedenk welke systeem je zou maken als je met een schone lei zou kunnen beginnen. Dus wat zou je dan regelen om de zwakkeren in de samenleving te steunen of een vangnet te bieden en
2. wat voor suggesties hebben echte mensen in het veld (bij de Belastingdienst, bij de Sociale Diensten van Gemeenten, en dergelijke) om de huidige regels te vereenvoudigen.
Die beide lijnen moet je bij elkaar brengen. En de krankzinnige administratieve rompslomp moet weg.
Vraag3
Hoe kan bij maatwerk willekeur worden voorkomen?Aan een belangrijk deel van de ambtenaren die veel contact met burgers hebben, worden twee botsende eisen gesteld. Aan de ene kant is de eis dat het niet uitmaakt welke ambtenaar een burger treft. Elke ambtenaar moet een burger gelijk behandelen. Aan de andere kant is het belangrijk dat een ambtenaar rekening houdt met de specifieke situatie van de burger. Dit noemen we maatwerk. Als een ambtenaar maatwerk levert, kan het ertoe leiden dat hij de ene burger anders behandelt dan een ander. Dus niet gelijk. Kortom, maatwerk en gelijk behandelen, levert voor de ambtenaar spanning op. Hoe moeten ambtenaren met deze spanning omgaan? Wat mag een burger daarin van een ambtenaar verwachten en wat niet?
Aristoteles zei dacht ik: gelijke gevallen gelijk behandelen en ongelijke gevallen ongelijk in de mate van ongelijkheid. Iedere burger gelijk behandelen is dus al een verkeerd vertrekpunt. En het uitgangspunt dat iedere burger persoonlijk maatwerk moet krijgen is ook een verkeerd uitgangspunt. Dat kan geen enkele organisatie (bedrijf of overheid) ooit waarmaken.
We moeten terug naar de situatie dat een ambtenaar weer een eerzaam beroep wordt, dat de overheid een organisatie is waar deskundige mensen werken met hart voor de zaak en met als vertrekpunt het vertrouwen dat ze het goede doen. En waar noodzakelijkerwijs algemene regels gelden waar men aan moet voldoen. Ik krijg ook geen maatwerk als ik de houderschapsbelasting of verzekering van mijn auto's en motorfiets te samen oneerlijk veel vind, omdat ik immers maar in 1 vervoermiddel tegelijkertijd kan rijden. Er zijn gewoon regels en maatwerk moet een uitzondering zijn en niet een uitgangspunt dat in 18 miljoen gevallen moet worden toegepast. De regelgeving moet redelijk en uitlegbaar zijn en de burger moet duidelijk worden gemaakt dat er grenzen zijn aan de betaalbaarheid en uitvoerbaarheid van wat een overheid voor dienstverlening kan bieden. Dat betekent niet dat de ambtenaar een arrogante machtswellusteling moet zijn, of zich zo moet gedragen. Vriendelijke duidelijkheid en kunnen uitleggen waarom er bepaalde regels zijn hoort bij het vak van ambtenaar zijn. En je drommels goed realiseren dat de burger bij ambtelijke diensten niet naar de concurrent kan gaan, zoals bij de bakker of de garage. Dat betekent dus dat de betrouwbaarheid en kwaliteit van de ambtelijke dienstverlening 110% goed moet zijn. Dus op tijd, duidelijk en uitlegbaar. En met interne kwaliteitscontrole.
Vraag4
Hoe kan het contact tussen burger en overheid worden verbeterd?Een toegankelijke, begripvolle overheid en duidelijke overheidscommunicatie zijn belangrijke voorwaarden om burgers mee te kunnen laten doen met de rechtsstaat. Deze voorwaarden staan echter onder druk. Een aanzienlijk deel van de inwoners van Nederland begrijpt de communicatie vanuit de overheid niet. Burgers weten daardoor niet of de overheid iets van ze verwacht, en als dat het geval is, wat ze dan precies moeten doen. Daarnaast voelen deze burgers zich in het contact met de overheid vaak niet echt gehoord en ervaren zij veel wantrouwen. Met welke concrete maatregelen kan het contact tussen de overheid en de burger worden verbeterd?
Een belangrijk deel van het werk van de ambtenaar betreft werk dat gewoon moet worden gaan en dat niet zou moeten gebruikt voor populistische politieke spelletjes. De Tweede Kamer en het landsbestuur zou moeten gaan over de grote lijnen, de principiële keuzes en de systemen die de Nederlandse samenleving wel of niet doen functioneren.
Meer en meer echter worden we geregeerd op basis van incidenten en de aandacht voor de uitzondering. Dat lijkt lastig te veranderen, maar het moet wel. De open samenleving met alles op de TV en internet vraagt om een ander politiek en bestuurlijk systeem. Een democratie functioneert bij de gratie van voldoende anonimiteit en afstand ten opzichte van de bestuurden. Daar waar die anonimiteit en afstand niet bestaat is het welhaast onmogelijk om onplezierige verstandige beslissingen te nemen. Politiek opportunisme, beperkt ethisch besef en politiek handjeklap, en de ambtenaren de schuld geven als zaken niet goed uitpakken, veroorzaken of verergeren het wantrouwen jegens de overheid.
Vraag5
Hoe kan doorprocederen door overheidsorganisaties worden verminderd?Bij bezwaar- en beroepszaken tussen burger en overheid komt het regelmatig voor dat de overheid onnodig doorprocedeert, soms tot de hoogste rechter. Burgers ervaren dit als een enorme last. Dit is een gebrek in de rechtsbescherming die de overheid dient te bieden. Met welke concrete maatregelen kan doorprocederen door de overheid worden verminderd?
Dit is een onderwerp waar ik nauwelijks feitenkennis over heb, dus een beperkte reactie.
Als doorprocederen plaats vindt om politiek te kunnen laten zien dat er alles aan is gedaan, dan is dat fout. Ik heb echter ook wel enkele situaties meegemaakt waarin een lagere rechter een volstrekt onbegrijpelijke en onacceptabele uitspraak doet, waardoor het niet gek is dat de overheid in hoger beroep gaat. In algemene zin vind ik dat er in veel te veel gevallen door de burger een gang naar de rechter kan plaatsvinden. Mij bekruipt het gevoel dat de rechter meer het land bestuurt dan de regering. De Tweede Kamer is er om de regering te controleren, niet de rechter. En als het wel de rechter moet zijn, zet dan een streep door al die regels en voorschriften waar de overheid aan moet voldoen en die niet gelden voor bedrijven en burgers. Het is allang niet meer zo dat de overheid de machtige partij is, waartegen de zwakke rest van de samenleving beschermd moet worden. Burger, bedrijfsleven en de criminelen zijn vele malen sterker dan de overheid. Dat moet veranderen!
Vraag6
Hoe kunnen te grote beloften van de politiek en overheid worden voorkomen?Naar aanleiding van incidenten of een crisis bestaat bij de politiek en de overheid al snel de neiging om meer te beloven dan waar gemaakt kan worden of om maatregelen voor te stellen die niet mogelijk zijn onder het geldende recht. Denk bijvoorbeeld aan de zeer traag verlopende hersteloperatie toeslagen. Hierdoor ontstaat een tegenstelling tussen wat de overheid zegt en wat de overheid doet. Dit leidt uiteindelijk bij burgers tot een lager vertrouwen in de overheid. De rechtsstaat kan alleen goed werken als er sprake is van een goed samenspel tussen burgers en overheid. Als burgers geen vertrouwen meer hebben in de overheid kunnen ze afhaken. Het samenspel tussen burger en overheid valt dan stil. Dit ondergraaft de werking van de rechtsstaat. Hoe kan worden voorkomen dat politiek en overheid te grote beloften doen die niet kunnen worden waargemaakt?
Eén van de oplossingen is om de interne controle-last binnen de overheid drastisch te verminderen, waardoor het mogelijk wordt om de meeste medewerkers gewoon weer zinnig werk te laten doen. Nu gaat echt heel veel capaciteit op aan controles en " indekken tegen risico's " . Er is zo'n diepgeworteld wantrouwen tegen wat ambtenaren doen, dat iedere vorm van echte resultaatgerichtheid wordt afgestraft. Immers: echt hard werken om resultaat te halen gaat gepaard met risico's en zaken die niet goed gaan. Als dat steeds wordt uitvergroot en afgestraft, dan moet je niet verrast zijn dat er voor het merendeel risicomijdend gedrag is. Een tweede probleem is dat we zo langzamerhand er een kunst van hebben gemaakt om het betere de vijand te laten zijn van het goede. Er zijn altijd wel zaken die ook nog bij een oplossing kunnen worden meegenomen, maar dat de oorspronkelijke oplossing er dan niet komt lijkt men te vergeten. Of men is bang voor de kritiek dat er iets niet meteen ook wordt opgelost.
Vraag7
Hoe kan de burger beter worden betrokken bij vormgeving van beleid?In de Nederlandse democratische rechtsstaat is een belangrijk uitgangspunt dat iedere inwoner van Nederland invloed kan hebben op de uitoefening van overheidsmacht. Een zichtbare en heel bekende manier om deze invloed uit te oefenen, is het recht om volksvertegenwoordigers te kiezen. Daarnaast zijn er ook andere manieren om inwoners van Nederland in staat te stellen invloed op de overheidsmacht uit te oefenen. Een van die manieren is om inwoners van Nederland beter te betrekken bij het maken van beleid. Veel overheidsorganisaties investeren in deze betrokkenheid, bijvoorbeeld door het organiseren van internetconsultatie en inspraakavonden. Toch heeft de staatscommissie de indruk dat deze betrokkenheid beter kan, zodat de inwoners van Nederland meer invloed kunnen hebben op de uitoefening van overheidsmacht. Met welke concrete maatregelen kan de burger beter worden betrokken bij de vormgeving van beleid?
Ik denk dat er grenzen zijn aan wat redelijkerwijs kan worden verwacht van betrokkenheid van de burger bij de uitoefening van overheidsmacht. Het merendeel van de burgers heeft het korte termijn (eigen)belang als belangrijkste drijfveer en, hoe rot ook om te zeggen, niet het besef wat er voor nodig is om een samenleving op de rails te houden. Het is essentieel om een goed beeld te hebben wat er leeft in de samenleving, maar het besturen van een land kan niet worden gedaan door het optellen van meningen van het deel van de 18 mln burgers dat zich over iets uitspreekt. Er zijn terreinen waarop keuzes van de burger maatgevend en serieus sturend kunnen zijn, waarschijnlijk vooral bij vraagstukken op lokaal niveau. Meer betrokkenheid organiseren bij grote principiële vraagstukken zal waarschijnlijk de frustratie alleen maar vergroten. Als je het wil doen, voer dan een echt referendum in, niet raadgevend, maar een bepalend. Dan kan de burger echt beslissen en heeft de betrokkenheid echt een tastbaar resultaat.
Vraag8
Hoe kan worden gestimuleerd dat burgers, politici, bestuurders en ambtenaren een beter idee hebben van het belang van de rechtsstaat voor henzelf en de samenleving? En hoe kunnen burgers, politici, bestuurders en ambtenaren worden gestimuleerd dat ze gaan bijdragen aan het onderhoud van de rechtsstaat?Vrijwel iedereen vindt de rechtsstaat belangrijk, maar de meeste mensen baseren dat belang op een vage notie van wat de rechtsstaat inhoudt. Dit geldt niet alleen voor burgers, maar ook voor politici, bestuurders en ambtenaren. Het leidt ertoe dat gesprekken over de rechtsstaat zich vaak beperken tot één invalshoek, dat mensen geen idee hebben wat de rechtsstaat voor hen kan betekenen, welke rol zij erin spelen of dat de rechtsstaat niet consequent wordt uitgelegd of voorgeleefd.
De staatscommissie ziet het als belangrijke eerste stap dat burgers, politici, bestuurders en ambtenaren de betekenis van de rechtsstaat kennen en omarmen. Daarmee staat zowel het idee als het belang van de rechtsstaat bij iedereen beter op het netvlies. De vraag is: met welke maatregelen kan worden gestimuleerd dat burgers, politici, bestuurders en ambtenaren hiervan kennis nemen en dit idee omarmen? En vervolgens: hoe zorgen we ervoor dat iedereen zijn bijdrage levert aan het onderhoud van de rechtsstaat? En kunt u dat specificeren naar burgers, politici, bestuurders en ambtenaren?
Wat op dit moment mist is consistentie. Er zijn 1001 regels, maar nauwelijks toezicht en handhaving. Daarmee weet niemand waar die aan toe is. De mensen die zich aan de regels houden worden links en rechts ingehaald door overtreders van de regels. De regels zelf zijn zo ingewikkeld dat je er niet meer uitkomt. Ogenschijnlijk ongestraft kun je politie en hulpdiensten met stenen en vuurwerk bekogelen, maar zodra een politieagent zijn pistool afvuurt wordt hij of zij op het matje geroepen. Het recht op demonstratie is zo ongeveer absoluut en een vrijbrief voor het begaan van volstrekt idiote strafbare feiten en de methoden om je gelijk te halen grenst aan anarchie. De andere kant is dat het lijkt alsof de (partij)politieke spelletjes belangrijker zijn dan het oplossen van de maatschappelijke vraagstukken. Een voorbeeld: de privacy van de burger. AP en politieke partijen buitelen over elkaar heen om de privacy van de burger als grootste goed veilig te stellen, waarbij met name ook de overheid als kwade pier wordt weggezet. Wat is de realiteit: er wordt misbruik gemaakt van voorzieningen, er wordt door rood gereden en er worden valse claims ingediend bij verzekeringsmaatschappijen. Veel burgers zijn eerlijk, maar ook veel burgers niet. En wat verwacht ik dan in een rechtstaat:
dat politici een heldere keuze maken over wat voor samenleving wel willen zijn: een samenleving met regels, waar we ons aan houden en die dus worden gehandhaafd, ook als dat stemmen kost, of een samenleving waar de criminelen de baas zijn
dat bestuurders een maatschappelijk voorbeeld zijn, die staan voor de samenhang en het grotere plaatje en niet voor het eigenbelang
dat ambtenaren betaald worden om goed te adviseren en eerlijk en getrouw aan de regels uitvoering geven aan hun taken en voor dat, vaak ondankbare werk, worden geprezen en niet worden weggezet als luie incompetente uitvreters.
dat burgers op hun netvlies hebben dat de overheid er niet is om hun individuele wensen te doen uitkomen, maar om een betrouwbare basis te bieden waarop iedereen het eigen leven moet bouwen.
Ik pleit ook voor de instelling van zoiets als een ethische commissie, die politici en bestuurders waar nodig een spiegel kan voorhouden. Of in ieder geval een versterking van de verantwoording die politiek en bestuur moet afleggen over wat ze doen en waarom. De huidige controle mechanismen lijken niet adequaat te werken.