Denk opnieuw mee met de Staatscommissie rechtsstaat

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Groningen
Datum 8 april 2024

Vraag1

Hoe kan beleid en wetgeving minder ingewikkeld worden?

Voor veel burgers is de overheid onbegrijpelijk geworden. Er zijn veel verschillende overheidsorganisaties en daarnaast zijn ook aan private organisaties bepaalde publieke taken uitbesteed of opgedragen. Dat leidt tot ingewikkelde, verkokerde wetgeving en beleid en vervolgens weer tot versplinterde dienstverlening (met eigen al dan niet digitale loketten). Als beleid en wetgeving zo ingewikkeld is dat burgers door de bomen het bos niet meer zien, is dat een rechtsstatelijk probleem. Burgers weten de overheid dan niet goed te vinden en worden daardoor niet voldoende beschermd door en tegen de overheid. Deze ingewikkeldheid geldt in het bijzonder op het gebied van sociale zekerheid, fiscaliteit en het sociaal domein. De roep om het fiscale stelsel te vereenvoudigen, de toeslagen af te schaffen of de wetgeving in het sociaal domein te herzien is logisch, maar te gemakkelijk. Daarover zijn ook al verschillende rapporten verschenen en er lopen allerlei initiatieven waar met goede wil aan wordt gewerkt door betrokkenen, maar die hebben nog niet tot de gewenste vereenvoudiging geleid. Welke maatregelen zijn volgens u nodig om beleid en wetgeving structureel minder ingewikkeld te maken?
Door verdere automatisering kunnen aanvragers beter door de aanvraag worden geleid. Maar dat helpt allemaal niet, als gekozen en benoemde politici niet stoppen met het bedienen van relatief kleine doelgroepen. Bijvoorbeeld in fiscale zaken en in de sociale zekerheid. Minder uitzonderingen maken zal ook nodig zijn, door verdere schaarste op de arbeidsmarkt: er zijn simpelweg niet genoeg ambtenaren om alle uitzonderingen te accommoderen. Wat goed zou kunnen helpen is een reflectie op nieuwe maatregelen te verplichten, waarin wordt ingegaan op de vraag of de maatregel ook goed is voor de samenleving, in plaats van voor een bepaalde doelgroep.

Vraag2

Welke wetgeving moet als eerste worden vereenvoudigd?

Bij de vorige vraag is toegelicht dat het stelsel van beleid en wetgeving de afgelopen jaren heel ingewikkeld is geworden. Dit geldt in het bijzonder voor wetgeving op het gebied van sociale zekerheid (bijvoorbeeld het aanvragen en gebruik maken van toeslagen en uitkeringen), fiscaliteit (ingewikkelde belastingregels en daarbij horende uitzonderingen) en het sociaal domein (het gebruik maken van sociale voorzieningen bijvoorbeeld op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning). Het is nodig om wetgeving te vereenvoudigen. Aan welke wetgeving moet hierbij prioriteit worden gegeven?
Fiscale regelgeving verdient topprioriteit. Door alle uitzonderingen loopt de schatkist geld mis, kan de broodnodige modernisering van fiscale it-systemen niet plaatsvinden en wordt een groot beslag gelegd op de belastingmedewerkers. Verdere vereenvoudiging heeft ook tot gevolg dat de fiscale adviesbureaus minder te doen hebben. Die mensen kunnen mooi voor de klas of in de zorg aan de slag.

Vraag3

Hoe kan bij maatwerk willekeur worden voorkomen?

Aan een belangrijk deel van de ambtenaren die veel contact met burgers hebben, worden twee botsende eisen gesteld. Aan de ene kant is de eis dat het niet uitmaakt welke ambtenaar een burger treft. Elke ambtenaar moet een burger gelijk behandelen. Aan de andere kant is het belangrijk dat een ambtenaar rekening houdt met de specifieke situatie van de burger. Dit noemen we maatwerk. Als een ambtenaar maatwerk levert, kan het ertoe leiden dat hij de ene burger anders behandelt dan een ander. Dus niet gelijk. Kortom, maatwerk en gelijk behandelen, levert voor de ambtenaar spanning op. Hoe moeten ambtenaren met deze spanning omgaan? Wat mag een burger daarin van een ambtenaar verwachten en wat niet?
Laten we stoppen met maatwerk als een oplossing te zien. Maatwerk is juist een probleem. Het leidt tot willekeur, afgunst, rechtszaken over ongelijke behandeling en vermindering van solidariteit in de samenleving. Maatwerk is bovendien arbeidsintensief. Die capaciteit kan nu niet elders in de samenleving worden ingezet.

Vraag4

Hoe kan het contact tussen burger en overheid worden verbeterd?

Een toegankelijke, begripvolle overheid en duidelijke overheidscommunicatie zijn belangrijke voorwaarden om burgers mee te kunnen laten doen met de rechtsstaat. Deze voorwaarden staan echter onder druk. Een aanzienlijk deel van de inwoners van Nederland begrijpt de communicatie vanuit de overheid niet. Burgers weten daardoor niet of de overheid iets van ze verwacht, en als dat het geval is, wat ze dan precies moeten doen. Daarnaast voelen deze burgers zich in het contact met de overheid vaak niet echt gehoord en ervaren zij veel wantrouwen. Met welke concrete maatregelen kan het contact tussen de overheid en de burger worden verbeterd?
De overheid moet normaal communiceren met haar burgers. Daar zijn al heel veel goede stappen in gezet. Dat proces moet voortdurend gestimuleerd worden. Kernbegrippen zijn luisteren, goed en juist informeren en grenzen stellen. De overheid moet beter zijn in 'stop' zeggen. Veel burgers zien de overheid als een pinautomaat die op commando geld, vergunningen of stukken (op grond van de Woo) produceert. Daarom is het nodig om realistische verwachtingen van elkaar te hebben. Dit vraagt om terughoudendheid van de burgers, organisaties en bedrijven. Daar kan nog wel een slag geslagen worden.

Vraag5

Hoe kan doorprocederen door overheidsorganisaties worden verminderd?

Bij bezwaar- en beroepszaken tussen burger en overheid komt het regelmatig voor dat de overheid onnodig doorprocedeert, soms tot de hoogste rechter. Burgers ervaren dit als een enorme last. Dit is een gebrek in de rechtsbescherming die de overheid dient te bieden. Met welke concrete maatregelen kan doorprocederen door de overheid worden verminderd?
Het is de vraag wat onnodig doorprocederen precies inhoudt. De burger zal iets anders 'onnodig' vinden dan de overheid. Ik geloof eerlijk gezegd niet in doorprocederen als grootschalig fenomeen. Wel geloof ik erin dat de overheid zich steeds afvraagt waarom doorprocederen goed is en wie er wat mee opschiet. Dat vraagt van de overheid een andere omgang met het fenomeen 'precedentwerking', dat te pas en te onpas wordt gebruikt als argument voor doorprocederen. De overheid moet wat sneller bereid zijn om haar verlies te nemen. Daar kan de overheid nog wel een beetje in opgevoed worden.

Vraag6

Hoe kunnen te grote beloften van de politiek en overheid worden voorkomen?

Naar aanleiding van incidenten of een crisis bestaat bij de politiek en de overheid al snel de neiging om meer te beloven dan waar gemaakt kan worden of om maatregelen voor te stellen die niet mogelijk zijn onder het geldende recht. Denk bijvoorbeeld aan de zeer traag verlopende hersteloperatie toeslagen. Hierdoor ontstaat een tegenstelling tussen wat de overheid zegt en wat de overheid doet. Dit leidt uiteindelijk bij burgers tot een lager vertrouwen in de overheid. De rechtsstaat kan alleen goed werken als er sprake is van een goed samenspel tussen burgers en overheid. Als burgers geen vertrouwen meer hebben in de overheid kunnen ze afhaken. Het samenspel tussen burger en overheid valt dan stil. Dit ondergraaft de werking van de rechtsstaat. Hoe kan worden voorkomen dat politiek en overheid te grote beloften doen die niet kunnen worden waargemaakt?
De hersteloperatie toeslagen en bijvoorbeeld de aanpak van het aardbevingsprobleem in Groningen is met name zo onbevredigend door de geweldige behoefte bij de overheid (maar ook bij de NAM en andere organisaties) om maatwerk te leveren. Maatwerk betekent hier: geen cent ten onrechte uitkeren. Deze zuinigheid leidt tot een enorm beslag op de uitvoerders, waanzinnige behandeltermijnen en onbegrijpelijke beslissingen, waarbij de een wel iets krijgt en de ander minder, zonder dat duidelijk wordt waarom. Dit leidt tot frustratie, afnemende draagvlak, afgunst en juridische procedures. Ook hier geldt dat de overheid iets makkelijker haar verlies moet nemen en zich eerder moet focussen op snelle afhandeling en minder op de rechtvaardigheid van de beslissing.

Vraag7

Hoe kan de burger beter worden betrokken bij vormgeving van beleid?

In de Nederlandse democratische rechtsstaat is een belangrijk uitgangspunt dat iedere inwoner van Nederland invloed kan hebben op de uitoefening van overheidsmacht. Een zichtbare en heel bekende manier om deze invloed uit te oefenen, is het recht om volksvertegenwoordigers te kiezen. Daarnaast zijn er ook andere manieren om inwoners van Nederland in staat te stellen invloed op de overheidsmacht uit te oefenen. Een van die manieren is om inwoners van Nederland beter te betrekken bij het maken van beleid. Veel overheidsorganisaties investeren in deze betrokkenheid, bijvoorbeeld door het organiseren van internetconsultatie en inspraakavonden. Toch heeft de staatscommissie de indruk dat deze betrokkenheid beter kan, zodat de inwoners van Nederland meer invloed kunnen hebben op de uitoefening van overheidsmacht. Met welke concrete maatregelen kan de burger beter worden betrokken bij de vormgeving van beleid?
De kracht van het middenveld zit in verenigingen. Je verenigen is een kernwaarde van de Nederlandse cultuur. Niet alleen moet ieder individu uitgenodigd worden om invloed uit te oefenen, maar ook verenigingen (sport, wijkverenigingen) belangenorganisaties (gehandicaptenorganisaties en dergelijke). Wat zou het fijn zijn als de overheid daar eens wat meer naar zou luisteren en de tips en vragen van de eigen inwoners wat meer serieus zou nemen. Met name in het omgevingsrecht worden inwoners opgezadeld met projecten die niet in hun belang zijn. Ook daarvoor zou moeten gelden: wat is goed voor onze samenleving? Een windpark dat vervolgens alle elektriciteit verkoopt aan een datacenter in elk geval niet.

Vraag8

Hoe kan worden gestimuleerd dat burgers, politici, bestuurders en ambtenaren een beter idee hebben van het belang van de rechtsstaat voor henzelf en de samenleving? En hoe kunnen burgers, politici, bestuurders en ambtenaren worden gestimuleerd dat ze gaan bijdragen aan het onderhoud van de rechtsstaat?

Vrijwel iedereen vindt de rechtsstaat belangrijk, maar de meeste mensen baseren dat belang op een vage notie van wat de rechtsstaat inhoudt. Dit geldt niet alleen voor burgers, maar ook voor politici, bestuurders en ambtenaren. Het leidt ertoe dat gesprekken over de rechtsstaat zich vaak beperken tot één invalshoek, dat mensen geen idee hebben wat de rechtsstaat voor hen kan betekenen, welke rol zij erin spelen of dat de rechtsstaat niet consequent wordt uitgelegd of voorgeleefd.
De staatscommissie ziet het als belangrijke eerste stap dat burgers, politici, bestuurders en ambtenaren de betekenis van de rechtsstaat kennen en omarmen. Daarmee staat zowel het idee als het belang van de rechtsstaat bij iedereen beter op het netvlies. De vraag is: met welke maatregelen kan worden gestimuleerd dat burgers, politici, bestuurders en ambtenaren hiervan kennis nemen en dit idee omarmen? En vervolgens: hoe zorgen we ervoor dat iedereen zijn bijdrage levert aan het onderhoud van de rechtsstaat? En kunt u dat specificeren naar burgers, politici, bestuurders en ambtenaren?
De overheid is van ons allemaal. De ambtenaren werken voor de mensen in hun land, provincie of gemeente, niet andersom. Dat besef kan nog beter. Leg uit waarom een bepaalde ontwikkeling goed is voor de samenleving. Maar leg ook uit dat de overheid moet kiezen, dat er vaak heel veel tegenstrijdige belangen zijn van verschillende belanghebbenden in de samenleving, en dat niet iedereen bediend kan worden. De overheid kan dat nog beter uitleggen. Maar de boodschap moet ook gehoord worden. Daar ontbreekt het ook in de msm vaak aan. Bijvoorbeeld in de Mallorcazaak berichtte vrijwel niemand over de veroordeling van de zeven daders in hoger beroep en de schadevergoeding die zij moeten betalen aan de slachtoffers, maar enkel over de vrijspraak van de hoofdverdachte voor doodslag. Onze samenleving wil sensatie, geschokt worden en verontwaardigd zijn. Ook de overheid doet daar soms aan mee, in elk geval doen zijn gekozen vertegenwoordigers dat. We houden elkaar zo in een wurggreep. Het enige dat ik kan bedenken om daaruit te komen is om altijd als gezagsdrager het goede voorbeeld te geven: bescheiden, matig en relativerend zijn.