Wet stikstofreductie en natuurverbetering

Reactie

Vraag1

- Slecht voor de natuur, want deze wet zal juist tot een verhoging van stikstofdeposito leiden. Levert de minister een deel van zijn/haar salaris in op het moment dat de streefwaarde niet wordt gehaald? Nee, er komt slechts een "wijziging van het programma". Zal deze wijziging van het programma wel tot stikstof vermindering leiden? Nee zolang het falen van deze bureaucratie beloont wordt met nog meer bureaucratie, zal dit systeem juist leiden tot een omgekeerd effect.

-Slecht voor de natuur, want deze wet is niet specifiek. De uitvoerder van de wet is vrij de wijze van monitoring te kiezen. Zolang dit met modellen plaatsvindt, in plaats van met werkelijk gemeten stikstofwaarden, is de natuur niet bij deze wet gebaat.

-Slecht voor de volksgezondheid. Stikstof uit de agrarische sector (ammoniak) wordt ingeruild tegen stikstof uit verkeer/woningbouw/industrie (stikstofoxiden). Het natuurlijke ammoniak is door het menselijk lichaam af te breken in ureum. De chemische stikstofoxiden daarentegen zijn schadelijk voor de menselijke luchtwegen. Bovendien zijn stikstofoxide slecht voor de ozonlaag, plant en natuur.

-Slecht voor de agrarische sector. Deze wet is in conflict met bestaande milieu- en natuurbeschermingswet vergunningen. Bij vermindering van de stikstof zal er weliswaar een eenmalige compensatie komen voor verplichte investeringen, maar de werkelijke kostenverhoging zitten in de dagelijkse operationele kosten. Deze structurele kostenverhoging zal leiden tot een duurder afgezet product, hetgeen een nadelige concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland betekent. Hierdoor zal de agrarische sector en de ammoniak uitstoot naar het buitenland verplaatsen. Dit betekent juist weer een verhoging van stikstofneerslag vanuit het buitenland op onze natuurgebieden.

-Deze wet is goed voor de overheid, semi-overheid, bouw, verkeer, luchtverkeer en industrie.

-Deze wet toont gebrek aan visie. Olie en fosfaat raken op, dit zal leiden tot voedseltekorten in 2040. Daarom raad ik aan de randstad de lucht in te bouwen en niet het platteland op te offeren voor woningbouw en industrie. De agrarische sector is van levensbelang.