Wet stikstofreductie en natuurverbetering

Reactie

Naam I.J.J. Jansen
Plaats Wageningen
Datum 5 juni 2020

Vraag1

Wat vindt u van dit wetsvoorstel?
Onze planeet wordt geteisterd door twee sluipende rampen: de klimaatverandering en de enorme afname van de biodiversiteit. In Nederland is in de afgelopen 27 jaar naar schatting 76 % van de insecten verdwenen, en meer dan de helft van de vogels. Dat treft ons allemaal, ook de landbouw. Want met een lage biodiversiteit is ook de ecologische weerbaarheid en daarmee de gezondheid van het landelijk gebied in het geding, en kunnen ziekten en plagen steeds makkelijker toeslaan.
Één van de belangrijkste oorzaken van de afname van biodiversiteit is de stikstofdepositie. Die stikstofdepositie treft niet alleen treft niet alleen het leven bovengronds, maar ook het bodemleven, en daarmee de kwaliteit van de bodem, zowel voor natuur als landbouw.
Er moet daarom meer geïnvesteerd worden in de gezondheid van onze omgeving, en daarmee in natuurherstel, zowel in natuurgebieden als op het platteland, en dat kan alleen als de stikstofuitstoot drastisch omlaag wordt gebracht. De streefwaarde en het maatregelenpakket zoals aangekondigd in het wetsvoorstel zijn niet afdoende om de dramatische afname van de biodiversiteit en bodemkwaliteit te keren. De voorgestelde streefwaarde biedt slechts de helft van de reductie die nodig is. In de helft van de natuurgebieden blijft de stikstofuitstoot tot 2030 te hoog. Voor de soorten en habitats buiten de natuurgebieden zal dit ook gelden. Dit is van belang omdat de helft van de soorten en habitats voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van gebieden die niet als Natura 2000-gebied zijn aangewezen. Het wetsvoorstel moet daarom worden aangepast: er is een reductie nodig van de stikstofuitstoot van 50% in 2030 en deze moet wettelijk worden geborgd. Daarnaast moet er meer inzet komen voor het herstel en de bescherming van de meest kwetsbare soorten en gebieden, want deze staan immers op het punt van verdwijnen.