Wet stikstofreductie en natuurverbetering

Reactie

Vraag1

Deel 1: Eric
Ls,

Terecht heeft het kabinet eerder al geconstateerd dat meer extensieve melkveehouderij met de koe in de wei, een kleinere stikstofuitstoot, een grote bijdrage levert aan het landschap en de biodiversiteit en maatschappelijk wordt gewaardeerd.
De vraag is of de Wet stikstofreductie en natuurverbetering met deze eerdere constatering voldoende rekening houdt.

VRAAG 1:
In hoeverre zijn gevolgen van deze wet doorgedacht en integraal bekeken?

Wanneer veehouderijen stoppen lijkt er nu geen rekening te zijn gehouden dat het zo gewaarde grasland omgezet wordt tot een akker waarin kapitaalintensieve gewassen voor in de plaats komen. Deze gewassen hebben een vele hogere gewasbeschermingsgebruik wat inherent is aan meer gif in de natuur en het grondwater. Daarbij heeft een kale akker een negatieve impact op het waterbergend vermogen en draagt het bij aan de opwarming van de omgeving omdat de hitte wordt weerkaatst. Daarbij resulteert het omzetten van grasland naar akker tot een afname van de biodiversiteit.

De stelling over de toename van gewasbescherming wordt onderbouwd in het onlangs gepubliceerde CLM rapport ‘Gevolgen voor milieubelasting van het water door verschuiven van intensievere teelten in Noord-Brabant’. Hierin staat in de conclusie het volgende:

De milieubelasting van het water in Noord-Brabant is tussen 2009 en 2019 gemiddeld
toegenomen door verschuiving van teelten. Voor grondwater is de milieubelasting in 2019, als
gevolg van verschuiving in de verhouding tussen teelten, drie procent hoger dan in 2009. Voor
oppervlaktewater is dit 14%. Met name door de afname van mais en granen, en door de
toename van bollen, uien en aardappelen.

Voor het behalen van de KRW doelen en het beschermen van de drinkwaterbronnen is dit dan ook uiterst ongewenst. Nog maar te zwijgen over het aangetroffen gif in (nabij gelegen) natuurgebieden.

De oplossingsrichting lijkt dan ook meer te zitten in grondgebonden melkveehouderij met een drastische afname van GVE/hectare zodat grasland behouden blijft. 1.5 GVE/hectare kan misschien wel samengaan met de stikstofdoelen. Hier liggen dan ook weer kansen voor nieuwe boeren die geen massaproductieboer willen zijn.