Wet stikstofreductie en natuurverbetering

Reactie

Vraag1

Ik heb vooral gekeken naar de communicatieve kant van de MvT bij het wetsvoorstel, want die luistert nauw bij een onderwerp dat de hele samenleving raakt.
Ik stel vast dat de MvT in deze vorm een vrij technocratisch en Haags stuk is, dat in zijn formuleringen grotendeels voorbijgaat aan alle overheidsinspanningen o.l.v. staatssecretaris Knops om helder met de burgers, haar burgers, te communiceren.
De MvT kent ook nogal wat lijdende vorm- en tangconstructies, en kiest regelmatig voor verouderde uitdrukkingen en termen: "onderhavige wetsvoorstel", "het aan de richtlijnen ten grondslag liggende", "waar het ... betreft", "alsmede", "gegeven het feit dat de mate waarin", "vanwege", "inmiddels". Er blijkt ook een grote voorliefde te zijn voor het gebruik van het werkwoord "realiseren". verder stuit ik o.a. op "Met betrekking tot", "echter". "Is echter een afnemende trend waarneembaar". "Brengt echter mee dat". "Mede ter voldoening aan" enz.
Veel zinnen zijn ook te lang.
Ik raad u daarom aan, de stijl en communicatieve functie van de MvT nog eens goed tegen het licht te houden. Ik zie tal van zinnen en formuleringen voor me die (veel) eenvoudiger kunnen. De burger zal u er dankbaar voor zijn.

Wat het wetsvoorstel zelf betreft: de overwegingen bij het voorstel geven aan "dat het wenselijk is om de depositie van stikstof" enz., maar die terughoudende kwalificatie miskent naar mijn mening de urgentie en de onontkoombaarheid van oplossing van het stikstofprobleem. Ik stel daarom voor, "wenselijk" te vervangen door "noodzakelijk".

Ook de wetteksten van het wetsvoorstel kennen ongewenste tangconstructies en lijdende vormen. De Aanwijzingen voor de regelgeving bepalen nu juist dat zoveel mogelijk aansluiting moet worden gezocht bij het normale spraakgebruik en dat het Haagse taalgebruik moet worden vermeden.

Ik wens u veel succes toe met dit belangrijke onderwerp, en realiseer me heel goed dat de beste stuurlui aantal aan wal staan. Maar toch: het kan zeker beter.

mr. R.Brussee, Leidschendam
wetgevingsdeskundige
9 juni 2020