Wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid

Reactie

Vraag1

Wat sterk is aan het uitgangspunt, is om scholen te stimuleren om personeel vast in dienst te nemen. De vraag is, of dat met deze maatregel gaat werken, want er zijn scholen in krimpregio's die er voor flexcontracten kiezen vanwege de demografische onzekerheden. De kans bestaat dan dat voor deze leerkrachten geen overgang gaat plaatsvinden en dat zij na een jaar op zoek mogen naar een andere school. Dan heeft het als effect dat het de onzekerheid vergroot. Leerkrachten en docenten neem je makkelijker in vaste dienst, als je ook weer makkelijker het contract kan ontbinden wanneer dat door krimp van het leerlingenaantal nodig is. Dan is het ook belangrijk dat het geen repercussies heeft voor de school als het gaat om de WW op het moment dat die leerkracht geen nieuwe baan vindt. Wat gaat het wetsvoorstel hier aan doen? Dit is derhalve ook het nadeel van het financieren van scholen op basis van het leerlingenaantal. Dus als de minister wil dat de scholen meer zekerheid bieden aan personeel met hun contracten, dan dient de minister meer zekerheid te bieden over de financiering van deze contracten. Verder zijn er de laatste tijd veel tijdelijke financiële regeling in het onderwijs, waar personeel op is aangenomen. Denk aan de werkdrukgelden en de NPO-gelden. Het lijkt mij raadzaam om in de wet een uitzondering op te nemen voor personeel dat is aangenomen op basis van deze tijdelijke geldstromen.

Vraag2

Bovenstaande geeft al aan wat de moeilijkheden zijn. De vraag is wel in hoeverre de gestelde normen altijd werkbaar zijn. Stel dat je een nieuwe school start, dan kan ik mij voorstellen dat iedereen met een flexcontract begint. Dan kom je nooit aan die 80%. Het interessante van de 5% budget voor inhuur, is dat het ook kan uitnodigen tot betere onderhandelingen. Tegelijkertijd, wat gebeurt er als een school of stichting aan die grens zit en zij kunnen een plotseling ontstane vacature niet meer opvullen?

Vraag3

Het is belangrijk dat het strategisch personeelsbeleid het proces beschrijft waarmee de schoolleiding het werkplezier, de vitaliteit en de ontwikkelwensen van de medewerker bespreekt. Enerzijds geven deze gesprekken input voor het beleid (wat zijn collectieve wensen en verlangens als het gaat om plezier in het werk, vitaliteit en scholing). Anderzijds is het de uitvoering van het beleid om zo de duurzame inzetbaarheid te bevorderen.
Het best werkende proces daarin, is een die gebaseerd is op de fasering van Waarderend Onderzoeken. Essentieel daarbij is dat het gericht is op het onderzoeken van het potentieel (wat laten mensen op hun beste momenten zien), hoe het eruit ziet als dat volledig benut wordt, wat eerste stappen zijn die dat dichterbij brengen. Later hoort dan de gemaakte progressie besproken te worden. Wat gaat er al beter? De ervaring leert dat deze aanpak zowel voor de schoolleiders als voor de medewerkers het meest plezierig en effectief is. Het leidt tot groei, ontwikkeling en kwaliteit. Waarderend Leiderschap werkt, want 'waarderen is leren'.

Vraag4

Op zich is het voldoende duidelijk wat er verwacht wordt qua strategisch personeelsbeleid en wat de richtlijnen zijn voor de contracten en de inhuur. De vraag is of dit het beoogde effect gaat hebben, of dat het, zoals met wel meer wetten in het onderwijs, perverse gevolgen gaat hebben.