Wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Dordrecht
|
Datum
|
1 juni 2023
|
Vraag1
Welke suggesties heeft u om het wetsvoorstel te verbeteren?
Mijn concrete suggestie is om het wetsvoorstel om te zetten in een handreiking, een kader dat medewerkers/besturen/GMR/intern toezichthouder kunnen gebruiken om het (strategisch) personeelsbeleid vorm te geven en te beoordelen. De handreiking kan een onderdeel uitmaken van de cao’s, daarmee komt de verantwoordelijkheid te liggen waar die hoort namelijk in de dialoog tussen werknemer en werkgever. De wet is een prima basis.
De wet maakt de belangentegenstelling tussen alle betrokkenen groter, terwijl de belangen hetzelfde zijn. We werken in het onderwijs omdat we het beste onderwijs voor de leerlingen willen. Goed en voldoende personeel daar een randvoorwaarde en dat goed personeelsbeleid helpt daarbij. Daar is geen wet voor nodig.
De wet beoogt een lerende cultuur te stimuleren. Een lerende cultuur kenmerkt zich door de verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie te leggen zodat er eigenaarschap en eigen regie mogelijk is. Dat willen we voor onze medewerkers en voor onze leerlingen. De wet ontneemt de onderwijsorganisatie en alle betrokkenen de eigen verantwoordelijkheid en dat stimuleert de lerende cultuur juist niet.
Vraag2
Denkt u dat er in uw schoolorganisatie voldaan kan worden aan deze wettelijke eisen? Waarom wel of niet?
Denkt u dat er in uw schoolorganisatie voldaan kan worden aan deze wettelijke eisen? Waarom wel of niet?
Op vraag 1 is het antwoord ja, het strategisch personeelsbeleid is een onderdeel van het Koersplan en de resultaten worden verantwoord in het bestuursverslag en het bestuursformatieplan.
Over de arbeidsvoorwaarden het volgende:
- art 38b. Contract voor onbepaalde tijd: een tijdelijke arbeidsovereenkomst wordt bij goed functioneren omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Goed personeelsbeleid is ook iemand nog een kans geven als het functioneren in het eerste jaar nog veel ruimte voor ontwikkeling liet zien.
- Het aanbod voor een minimum arbeidsduur van 80% is op zich prima. Echter, in de praktijk blijven er dan veel dagjes over die dan door een ander moeten worden ingevuld. Een formatie is vaak een puzzel, waarbij de belangen van medewerkers moeten worden afgewogen. De wet houdt daar geen rekening mee en staat ver van de praktijk af.
- De beperking van de externe inhuur: specialistische kennis of vaardigheden worden extern ingehuurd bijvoorbeeld muziek, dansonderwijs, een deel van het bewegingsonderwijs, HR-expertise. Aanbieders van deze expertise werken bij meerdere organisaties en ambiëren geen vast dienstverband. Er zijn ook te weinig uren voor een dienstverband.
Mijn pleidooi is om hier geen onnodige regelgeving op te zetten.
Vraag3
Heeft u andere kansrijke voorstellen/suggesties/ideeën, aanvullend op deze wet- en regelgeving die er toe leiden dat alle besturen goed strategisch personeelsbeleid voeren?
zie vraag 1.
Vraag4
In hoeverre vindt u het voldoende duidelijk wat dit wetsvoorstel betekent op het niveau van de rechtspersoon die de school in stand houdt (bevoegd gezag) en de school?
Op zich is het duidelijk. Ook is duidelijk dat de administratieve last zal toenemen. Ik vrees dat schoolorganisaties eerder minder dan meer professioneel worden.