Wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Zwolle
Datum 15 juni 2023

Vraag1

Welke suggesties heeft u om het wetsvoorstel te verbeteren?
Vanuit goed werkgeverschap zou iedere organisatie een (strategisch) personeelsbeleid moeten voeren. Die verantwoordelijkheid hebben we te voelen en te nemen. Iedere school wil goede kwaliteit bieden en leerlingen goed voorbereiden op de toekomst. Om dat te kunnen (blijven) bewerkstelligen hebben we professionals nodig die goed toegerust zijn en in goede gezondheid en met plezier hun werk doen.

Het wetsvoorstel zien we niet als een oplossing voor de vraagstukken waarvoor we staan; de arbeidsvoorwaardelijke maatregelen verkleinen de bewegingsruimte van de besturen zelfs.

Maatregel 1: beperken aantal contracten voor bepaalde tijd & minimumbepaling vaste formatie (80%)
Door verloop, uitval en door toekenning van additionele middelen aan het onderwijs is de verhouding vast-tijdelijk de afgelopen jaren veranderd. Er zijn veel tijdelijke uitbreidingen gegeven, maar ook nieuwe collega's aangenomen. Voor ieder bestuur ligt er de vraag hoe collega's duurzaam aan de organisatie te verbinden, waarbij het bieden van vaste contracten als één van de (oplossings)richtingen wordt gezien. Echter, we hebben landelijk en regionaal ook te maken fluctuaties in de leerlingenaantallen, wat maakt dat scholen en besturen de (wettelijke) ruimte moeten hebben om andere keuzes te maken (afloop contract of voortzetting in tijdelijke dienst). Flexibiliteit is noodzakelijk. De vraag is of de uitgewerkte maatregel ons voldoende flexibiliteit en ruimte biedt, ook om financieel gezien duurzame keuzes te kunnen maken die bijdragen aan ons onderwijs en de bedrijfsvoering. We zijn van mening dat dit niet het geval is.

Vraag2

Denkt u dat er in uw schoolorganisatie voldaan kan worden aan deze wettelijke eisen? Waarom wel of niet?
Maatregel 2: aanbod minimum arbeidsduur
We leven in een tijd waarin er veel vraag is naar personeel, maar waarin ook sprake is van krapte op de arbeidsmarkt. De beroepsbevolking krimpt en maakt ook dat binnen de sector onderwijs minder aanbod is van leraren, ondersteuners, schoolleiders en specialisten. Daarnaast: veel mensen kiezen voor een lagere werktijdfactor bij een bestuur. Soms vanwege de balans werk-privé, soms ook omdat mensen naast hun baan in loondienst bij de werkgever nog een andere baan hebben of als zelfstandige aan de slag zijn. Hoewel het fulltime werken (32 uur of meer) een oplossing kan zijn voor de arbeidsmarktvraagstukken en een positieve bijdrage kan leveren aan de werkdrukbeleving (efficiënt werken, minder overdracht), maken professionals zelf andere keuzes. Door de maatregel als wettelijke eis neer te gaan leggen, wordt de bewegingsruimte dusdanig beperkt voor zowel werkgever als werknemer, dat de problemen op de arbeidsmarktvraagstukken alleen maar groter worden. De ruimte om kleinere banen te bieden moet er wat ons betreft blijven, zowel voor professionals als voor besturen. Het verplicht aanbieden van een grote baanomvang en anderzijds vrije ruimte voor medewerkers om deze omvang weer in te perken, maakt de organisatie van ons werk nog complexer.

Maatregel 3: beperken externe inhuur
Het werken met bureaus voor externe inhuur is wat geen één bestuur in de basis wil. Het zijn dure noodoplossingen en maken dat we voor meer geld minder professionals in kunnen zetten. Echter, de huidige arbeidsmarktontwikkelingen maken ook dat we er niet altijd onderuit komen. Alternatief is dat de leerling geen leraar voor de klas heeft of dat een school geen specialist (bijvoorbeeld IB-er) of directeur tot zijn beschikking heeft. Van belang is dat we de (handelings)ruimte blijven houden om verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor de kwaliteit en continuïteit van het onderwijs op onze scholen.

Vraag3

Heeft u andere kansrijke voorstellen/suggesties/ideeën, aanvullend op deze wet- en regelgeving die er toe leiden dat alle besturen goed strategisch personeelsbeleid voeren?
Vanuit goed werkgeverschap zou iedere organisatie een (strategisch) personeelsbeleid moeten voeren. Die verantwoordelijkheid hebben we te voelen en te nemen. Iedere school wil goede kwaliteit bieden en leerlingen goed voorbereiden op de toekomst. Om dat te kunnen (blijven) bewerkstelligen hebben we professionals nodig die goed toegerust zijn en in goede gezondheid en met plezier hun werk doen.

Het wetsvoorstel zien we niet als een oplossing voor de vraagstukken waarvoor we staan; de arbeidsvoorwaardelijke maatregelen verkleinen de bewegingsruimte van de besturen zelfs.

Vraag4

In hoeverre vindt u het voldoende duidelijk wat dit wetsvoorstel betekent op het niveau van de rechtspersoon die de school in stand houdt (bevoegd gezag) en de school?
Dat is ons duidelijk. Conclusie is dat het onze bewegingsruimte beperkt.