Wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid

Reactie

Vraag1

Beperk het wetsvoorstel tot het deel dat regelt dat schoolbesturen deugdelijk strategisch personeelsbeleid moeten voeren.

Vraag2

Onze organisatie kan voldoen aan de eis om ten minste eens in de vier jaar het strategische personeelsbeleid vast te stellen. De wettelijke eisen zijn echter overbodig en bovendien legt een aantal eisen beperkingen op die de continuïteit en kwaliteit van ons onderwijs verder onder druk zetten. Het wetsvoorstel is hiermee niet enkel teveel bepalend, maar zelfs contraproductief ten aanzien van het beoogde doel.
We zien de voorstellen in het wetsvoorstel echter niet als oplossing van het lerarentekort of als middel om de aantrekkingskracht van het onderwijs te vergroten. Eerder zien we beperkingen. De genoemde voorwaarden bijvoorbeeld het verplicht vergroten van de contractomvang wordt nu op bestuurlijk niveau geregeld. Door het in de CAO vast te leggen heb je als bestuur de ruimte om hiervan af te wijken. Hiermee kun je als organisatie goed inspelen op het anders organiseren van het onderwijs en wat dit aan uren, competenties, kennis en ervaring vraagt.

Vraag3

Via bestuursgericht onderzoek van de Inspectie van het onderwijs kan vinger aan de pols worden gehouden t.a.v. de manier waarop schoolbesturen deugdelijk strategisch personeelsbeleid voeren. Ook het periodieke monitoronderzoek dat de sectorraden en OCW uitvoeren geeft een goed beeld. We pleiten bij dergelijk onderzoek graag voor een bredere scope dan enkel de eenzijdige cijfermatige focus van het huidige wetsvoorstel. Aandacht voor vitaliteit, professionalisering, verbondenheid, werkgeluk en regelruimte voor het Slim Organiseren van onderwijsteams (waarbij onderwijskwaliteit én de kwaliteit van het vak integraal worden benaderd) zijn essentieel voor een goed strategisch personeelsbeleid.

Naast het bovenstaande worden in HR-expertteams, waarin verschillende besturen zijn vertegenwoordigd, en in de RAP goede praktijkvoorbeelden gedeeld en afspraken gemaakt t.b.v. een gezamenlijke aanpak van het arbeidsmarkttekort. In onze ogen biedt dit voldoende ruimte en kansen voor een zo optimaal mogelijke aanpak van de huidige problematiek.

Een laatste belangrijke maatregel voor verbetering van het strategisch personeelsbeleid van de besturen, betreft een verruiming van de middelen die hiervoor beschikbaar worden gesteld vanuit het ministerie. In het IAK wordt bij punt 5 -rechtvaardiging van overheidsinterventie- het rapport van McKinsey (2020) aangehaald om de overheidsinterventie te rechtvaardigen. In ditzelfde rapport wordt echter ook de conclusie getrokken dat de huidige bekostiging absoluut ontoereikend is om de hogere ambitie te realiseren en om aan de toenemende aanvullende eisen en wensen van de politiek en de samenleving te voldoen.

Vraag4

De financiële consequenties kunnen heel groot worden een daarmee een risico voor de sector. Dat is op dit moment niet te overzien. Hoe verhoudt zich de huidige wijze van financiering die steeds meer op subsidiebasis plaatsvindt tot het moeten bieden van meer vaste contracten. Dit lijkt haaks op elkaar te staan.

Wat duidelijk is, is dat het wetsvoorstel buitenproportioneel ingrijpt op de sturingsmogelijkheden van onderwijsinstellingen, waarmee de wet uiteindelijk contraproductief zal uitwerken. Een uitgebreide toelichting hierop vindt u in de toegevoegde algemene notitie.

Het stellen van nadere regels via een AMvB leidt tot te veel (rechts)onzekerheid voor de sector;