Wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid
Reactie
Naam
|
Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (Drs. A.J.M. Groot Zwaaftink)
|
Plaats
|
Rotterdam
|
Datum
|
14 juni 2023
|
Vraag1
Welke suggesties heeft u om het wetsvoorstel te verbeteren?
Beperk het wetsvoorstel tot het deel dat regelt dat schoolbesturen deugdelijk strategisch personeelsbeleid moeten voeren.
Vraag2
Denkt u dat er in uw schoolorganisatie voldaan kan worden aan deze wettelijke eisen? Waarom wel of niet?
Onze organisatie kan voldoen aan de eis om ten minste eens in de vier jaar het strategische personeelsbeleid vast te stellen. De wettelijke eisen zijn echter overbodig en bovendien legt een aantal eisen beperkingen op die de continuïteit en kwaliteit van ons onderwijs verder onder druk zetten. Het wetsvoorstel is hiermee niet enkel teveel bepalend, maar zelfs contraproductief ten aanzien van het beoogde doel.
Vraag3
Heeft u andere kansrijke voorstellen/suggesties/ideeën, aanvullend op deze wet- en regelgeving die er toe leiden dat alle besturen goed strategisch personeelsbeleid voeren?
Via bestuursgericht onderzoek van de Inspectie van het onderwijs kan vinger aan de pols worden gehouden t.a.v. de manier waarop schoolbesturen deugdelijk strategisch personeelsbeleid voeren. Ook het periodieke monitoronderzoek dat de sectorraden en OCW uitvoeren geeft een goed beeld. We pleiten bij dergelijk onderzoek graag voor een bredere scope dan enkel de eenzijdige cijfermatige focus van het huidige wetsvoorstel. Aandacht voor vitaliteit, professionalisering, verbondenheid, werkgeluk en regelruimte voor het Slim Organiseren van onderwijsteams (waarbij onderwijskwaliteit én de kwaliteit van het vak integraal worden benaderd) zijn essentieel voor een goed strategisch personeelsbeleid.
Naast het bovenstaande worden in HR-expertteams, waarin verschillende besturen zijn vertegenwoordigd, en in G5- en sectorraadverband goede praktijkvoorbeelden gedeeld en afspraken gemaakt t.b.v. een gezamenlijke aanpak van het arbeidsmarkttekort. In onze ogen biedt dit voldoende ruimte en kansen voor een zo optimaal mogelijke aanpak van de huidige problematiek.
Een laatste belangrijke maatregel voor verbetering van het strategisch personeelsbeleid van de besturen, betreft een verruiming van de middelen
die hiervoor beschikbaar worden gesteld vanuit het ministerie. In het IAK wordt bij punt 5 -rechtvaardiging van overheidsinterventie- het rapport van McKinsey (2020) aangehaald om de overheidsinterventie te rechtvaardigen. In ditzelfde rapport wordt echter ook de conclusie getrokken dat de huidige bekostiging absoluut ontoereikend is om de hogere ambitie te realiseren en om aan de toenemende aanvullende eisen en wensen van de politiek en de samenleving te voldoen.
Vraag4
In hoeverre vindt u het voldoende duidelijk wat dit wetsvoorstel betekent op het niveau van de rechtspersoon die de school in stand houdt (bevoegd gezag) en de school?
Bij artikel 38d lid 2 is onduidelijk welke componenten (salaris en evt. emolumenten) het betreft in de zinssnede ‘de bekostiging die het bevoegd gezag heeft besteed aan personeel in het voorgaande kalenderjaar’.
Daarnaast zijn de administratieve last en de financiële consequenties op dit moment niet te overzien.
Wat wel duidelijk is, is dat het wetsvoorstel buitenproportioneel ingrijpt op de sturingsmogelijkheden van onderwijsinstellingen, waarmee de wet uiteindelijk contraproductief zal uitwerken. Een uitgebreide toelichting hierop vindt u in de toegevoegde algemene notitie.
Bijlage