Wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid

Reactie

Vraag1

Verbetersuggestie 1: Intrekken van het wetsvoorstel
Algemeen doel van het wetsvoorstel is terug dringen van het lerarentekort. Concrete doelen zijn meer dan 80 % dienstverbanden voor onbepaalde tijd en minder dan 5 % inhuur van personeel.
In de sector primair onderwijs zijn deze concrete doelen al zonder dit wetsvoorstel bereikt. Ook in een tijd dat het ministerie steeds meer via tijdelijke middelen het primair onderwijs bekostigd in plaats van structurele middelen blijft het primair onderwijs een sector.
Met dit wetvoorstel zal het algemeen doel niet bereikt worden. In tegendeel de bewegingsruimte van het onderwijsveld in de regio (werkgevers en werknemers) om oplossingen op maat te creëren wordt hierdoor beperkt omdat oplossingen die in de regio beschikbaar zijn niet benut kunnen worden door een knellend landelijk kader.
Verbetervoorstel 2: schrappen van de verplichting medewerkers een contract aan te bieden van tenminste 0,8. Deze eis maakt het lastiger om vakleerkrachten, onderwijsassistenten, leraarondersteuners en combinatiefunctionarissen met de kinderopvang aan te stellen.
Verbetervoorstel 3: schrappen van de beperking van het percentage van inhuur van personeel. Geen onderwijsorganisatie geeft de voorkeur aan inhuur van personeel als de organisatie ook personeel in dienst kan nemen. Door deze beperking wordt het lastiger om het lerarentekort op te lossen door inhuur van van kunstenaars, combinatiefunctionarissen van de gemeente en de kinderopvang etc.

Vraag2

Nee we kunnen niet voldoen aan de wettelijke eisen omdat als wij alle vacatures open moeten stellen voor 0,8 wtf of meer het moeilijk wordt een passende groepsbezetting rond te krijgen waarbij 2 duo partners samen een groep runnen. Veel meer leerlingen krijgen te maken met meer dan twee vaste groepsleerkrachten.
Doordat op dit moment de arbeidsmarkt voor leerkrachten is te typeren als een werknemersmarkt, nemen scholen gemakkelijker medewerkers aan met een groter formatieomvang dan strikt noodzakelijk is. Dit is een logisch gevolg van het lerarentekort. Scholen kunnen ook meer risico's nemen met boventalligheid door alle bewegingen van het personeel. We hebben daar geen wet voor nodig. Als we dit in een wet vast gaan leggen zullen we zien dat we achter de feiten aanlopen als er zaken in de arbeidsmarkt veranderd. Bovendien zijn er grote regionale verschillen op de arbeidsmarkt. In een deel van Nederland zal de wet direct gaan knellen.

Vraag3

Besturen werken op basis van vrijwilligheid samen met elkaar en met de opleidingen om zich te verweren tegen het lerarentekort. Zij bedenken oplossingen die passend zijn in de regio en passen zijn bij het landschap van de opleidingen in de regio. In onze regio heeft het onderwijsveld zijn invloed aangewend zodat er ook een deeltijdopleiding tot leerkracht in de regio beschikbaar kwam. Inmiddels is er een keur van opleidingsvarianten zodat een ieder die leerkracht wil worden een opleidingsvariant kan kiezen die past bij zijn of haar levenscontext.

Vraag4

Het is mij voldoende duidelijk. Het betekent dat werknemers en werkgevers bewegingsruimte verliezen om samen naar oplossingen te zoeken voor knelpunten in de regio.