Wijziging WHW ivm studiekeuze-informatie en studenttevredenheidsonderzoek

Reactie

Vraag1

De kern van ons bezwaar ligt bij de verplichtstelling van de NSE voor alle hoger onderwijsinstellingen. Onze instelling heeft tot op heden niet deelgenomen aan de NSE en dat was een zeer bewuste keuze. Wij voeren een eigen tweejaarlijks Studenten tevredenheidsonderzoek (STO) uit. Dit onderzoek speelt een zeer belangrijke rol in ons proces van kwaliteitszorg voor het onderwijs. Ons STO sluit aan bij een eveneens tweejaarlijks uitgevoerd Medewerkers tevredenheidsonderzoek (MTO), die gezamenlijk centrale elementen vormen in de bewaking van de kwaliteit van het onderwijs in onze decentraal georganiseerde onderwijsomgeving. De resultaten van STO en MTO spelen een belangrijke rol in o.a. accreditatie trajecten en zijn hierin altijd positief gewaardeerd als middel. De vragen in ons STO en MTO richten zich op alle elementen die een rol spelen in de beleving van de kwaliteit van het onderwijs en geven belangrijke, voornamelijk kwalitatieve informatie. Het NSE heeft deze kwaliteiten niet. Het meten van tevredenheid gaat bijvoorbeeld over: komt de opleiding haar beloftes na? Welke verwachtingen zijn gewekt voorafgaand aan de studie en komen deze overeen met de ervaringen van studenten? Bij de NSE worden deze beloftes (of wel het specifieke profiel van de betreffende opleiding) niet expliciet bevraagd.
Dat de NSE geen informatie geeft over de kwaliteit van het onderwijs, wordt beaamd door het bureau dat het NSE-onderzoek verricht/ of de vragenlijst opstelt. Zij stellen dat docenten niet veel aan de uitkomsten hebben, omdat ze op basis van de uitkomsten niet kunnen werken aan het verbeteren van de kwaliteit.
Kortom: wij vragen om de ruimte te kunnen behouden om onze eigen Studenten enquete te blijven uitvoeren en niet deel te hoeven nemen aan de NSE. DE kwaliteit van het onderwijs zou toch voorop moeten staan, ten alle tijde. Nu de waarde van de NSE als middel voor kwaliteitszorg niet vastgesteld kan worden, of zelfs duidelijk is dat het deze waarde niet heeft, zou de verplichtstelling hiermee in tegenspraak zijn.