Subsidieregeling groepshulpen kinderopvang

Reactie

Vraag1

De Gemeente Rotterdam en WSPR onderschrijven het nut, de noodzaak en het belang van het investeren in meer groepshulpen in de kinderopvang. Dit geeft mensen de kans om kennis te maken met, in te stromen in en zich door te ontwikkelen in het werk in de kinderopvang. Het draagt bij aan werkdrukverlichting in de kinderopvang en vergroot de ontwikkelingskansen van nieuw personeel voor de kinderopvangsector (mogelijk van MBO niveau 2 naar MBO-3) .
Een tegemoetkoming in de loonkosten vanuit het Rijk is hierin faciliterend en zeer welkom.
Echter, de aard en de omvang van de voorgestelde conceptregeling zijn o.i. zeer beperkt:
- De doelstelling van de voorgestelde regeling is onduidelijk;
- Eén aanvraag voor één medewerker per (soms landelijk opererende) organisatie per jaar maakt (veel te) weinig verschil;
- Een periode van één jaar is te kort voor het opleiden, het zich eigen maken van de benodigde pedagogische vaardigheden en het vereiste taalniveau en een link maken naar het Ontwikkelpad richting PM’er (niveau 3);
- Afhankelijk van het aantal aanvragen, wordt een kleiner deel van de loonkosten gesubsidieerd. Hierin schuilt m.n. voor kleinere ondernemers een groot risico is, gezien het feit dat een groepshulp boventallig is;
- Aan het in dienst nemen van een groepshulp wordt de voorwaarde gesteld dat een werknemer een arbeidsovereenkomst van minimaal 12 maanden moet hebben. Dit is zeker voor kleinere ondernemers een te groot risico;
- Juist in de gebieden waar extra groepshulpen het hardste nodig zijn, vallen relatief veel vestigingen onder dezelfde houder. Dit betekent dat juist in de gebieden waar de werkdruk het hoogst is, en locaties, groepen en kinderen een groepshulp het hardste nodig hebben, houders slechts heel beperkt gebruik kunnen maken van deze regeling.