Accijns van tabaksproducten

Reactie

Naam Vereniging Nederlandse Kerftabakindustrie, Stichting Sigarettenindustrie en Philip Morris Benelux (drs. W.J. Roelofs)
Plaats Den Haag
Datum 28 april 2016

Vraag1

Hoe beoordeelt u de voorgenomen wijzigingen in de structuur en de tarifering van de accijns van sigaretten en rooktabak?
De sigaretten- en shagproducerende industrie, vertegenwoordigd door de Vereniging Nederlandse Kerftabakindustrie en de Stichting Sigarettenindustrie alsmede Philip Morris Benelux (hierna: de industrie) is van mening dat een vereenvoudiging van de accijnsstructuur en –tarifering zoals thans voorgesteld, een goede gedachte is.

Het laten vervallen van ad valorem en minimum accijns voor rooktabak en het fixeren van ad valorem voor sigaretten zullen daar naar onze verwachting aan kunnen bijdragen. Dat geldt ook het voornemen om uitsluitend via autonome aanpassingen de accijnstarieven te wijzigen. De industrie is voorts voorstander van de gepresenteerde mogelijkheid om accijnsverhogingen voor meer jaren tegelijk vast te leggen, net zoals dat in Duitsland geschiedt. Als bijlage is bijgevoegd het rapport over de gevolgen van het model inzake belastingen op tabaksproducten van het Duitse ministerie van Financiën van 31 augustus 2012. Hierin worden de eerste 2 stappen (in 2011 en 2012) beoordeeld uit een plan met totaal 5 opeenvolgende accijnsverhogingen (t/m 2015).

Overigens voorziet de nu voorgestelde regeling in een verlaging van de specifieke accijns op sigaretten. Dit om een budgettair neutrale verhoging van de ad valorem mogelijk te maken.

De industrie wijst erop dat bij een ad valorem van 2% en een iets kleinere verlaging van de specifieke accijns dan voorgesteld (i) er nog steeds sprake is van budgettaire neutraliteit, (ii) de specifieke ratio onder alle omstandigheden structureel onder de 76,5% blijft en (iii) de neutrale invoering voor de overheid en het bedrijfsleven nog verder wordt vergroot, aangezien het verschil met de huidige situatie, een ad valorem van 0,83 %, dan immers minder groot is.

Vraag2

Hoe beoordeelt u het laten vervallen van de jaarlijkse aanpassing van de accijns via ministeriële regeling in verband met de wijziging van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs en deze te vervangen door een autonome tariefwijziging bij wet?
Het laten vervallen van de jaarlijkse accijns-aanpassing op basis van de WAP zal naar onze mening zeker bijdragen aan een verminderde complexiteit van het stelsel.

De voorgestelde mogelijkheid om accijnsverhogingen voor meer jaren tegelijk in de wet vast te leggen draagt bij aan de voorspelbaarheid en planningszekerheid van (i) de belastinginkomsten voor de overheid en (ii) de accijnsverhogingen voor de tabakssector. Bovendien kunnen daarmee onbedoelde neveneffecten zoals grenseffecten en verschuiving naar illegale handel, worden voorkomen.

Vraag3

Hoe beoordeelt u de termijn van drie maanden tussen de datum van publicatie en de datum van inwerkingtreding van een tariefwijziging?
De termijn van drie maanden tussen publicatie van de nieuwe tarieven en de inwerkingtreding daarvan wordt door ons als voldoende beoordeeld.

Vraag4

Hoe beoordeelt u de wijziging van de anti-voorraadvormingsbepaling en de toevoeging van sigaren?
Indien sigaretten en rooktabak met oude accijnszegels nog tot twee maanden na de inwerkingtreding van nieuwe tarieven mogen worden verkocht aan de detailhandel, is dat een voor de industrie nog net werkbare situatie. Tegen een precisering van die regeling bestaat van de kant van de industrie geen bezwaar. Wel merken wij op dat een aanpassing van de accijnstarieven, middels papieren óf digitale zegels, ook altijd tot aanpassing van de EAN-codes op de verpakkingen leidt. Om die reden is en zal altijd een overgangstermijn nodig zijn.

Over de toevoeging van sigaren hebben wij geen opvatting. Wij gaan er overigens vanuit dat pijptabak als voorheen uitgezonderd blijft van deze bepalingen gezien de zeer geringe volumes en de zeer lage omloopsnelheid van deze categorie.

Vraag5

Hoe beoordeelt u de ontheffing om voor eigen gebruik in de persoonlijke sfeer uit shag, waarover accijns is betaald, en vloeitjes of filterhulzen sigaretten te vervaardigen?
De industrie kan hiermee instemmen.

Vraag6

Hoe beoordeelt u het laten vervallen van de hoeveelheidseisen voor rooktabak bij het aanvragen van accijnszegels?
De industrie kan hiermee instemmen.

Vraag7

Zijn er nog (andere) vereenvoudigingen of verduidelijkingen denkbaar en zo ja, welke?
-

Bijlage