Technische wijzigingen BTIV
Reactie
Naam
|
Nederlandse Woonbond (R. Paping)
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
22 december 2015
|
Vraag1
Wat is uw reactie op de voorgestelde wijzigingen in het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting?
De Woonbond ondersteunt de wijziging van artikel 4, waarin corporaties geen woningen mogen slopen wanneer er een woon coöperatie in oprichting is en de woningen deel zouden worden van die woon coöperatie. Het ministerie speelt hiermee goed in op ontwikkelingen in de praktijk.
Vraag2
Op welke manier zou het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting beter uitvoerbaar gemaakt kunnen worden?
Verkoop woningen aan wooncoöperatie
Het vervreemden van woningen door een toegelaten instelling is aan strikte regels (BTIV en MR) gebonden. Bij woningen die na verkoop binnen de sociale huurgrenzen blijven of aan individuele bewoners worden verkocht, is onder specifieke voorwaarden korting mogelijk.
Wooncoöperaties die huurwoningen willen kopen van de woningcorporatie zijn vaak financieel niet in staat de marktwaarde van de woningen te betalen. Wat zou bijdragen aan een oplossing is een aanpassing van de verkoopregels. Nu wordt een wooncoöperatie in de verkoopregels al snel beschouwd als 'vervreemding aan derden', met bijbehorende strikte voorwaarden. Maar gelet op de doelstelling van een wooncoöperatie zoals beschreven in artikel 2 van het BTIV, en gelet op de signatuur van de initiatieven die nu bezig zijn om wooncoöperaties van de grond te krijgen (de meesten zijn gedreven door de wens om – blijvend- betaalbare huisvesting te realiseren), gaat deze gelijktrekking met 'derden' mank.
Wooncoöperaties zouden moeten vallen onder de categorie 'natuurlijke personen voor eigen bewoning'. Verkoop aan 'natuurlijke personen' biedt immers meer ruimte voor de toegelaten instelling voor verkoop onder voorwaarden (o.a. kortingen tot 50% mogelijk) en dus om de verkoop aan bewoners met lagere inkomens mogelijk te maken.
In de verkoopregels zou ook vastgelegd moeten worden dat zo'n 'collectief of groep van natuurlijk personen' voorrang krijgt op de verkoop, vóór verkoop aan derden.
Berekening huur bij passendheidstoets
Bij de regeling passend toewijzen wordt uitgegaan van de kale huur van de woning. Volgens de Woonbond zou het logisch zijn om hierbij uit te gaan van de rekenhuur (subsidiabele huur). Rekenhuur is de kale huur plus enkele subsidiabele servicekosten zoals lift, verlichting, schoonmaakkosten, huismeester en gemeenschappelijke ruimten.
Er zijn twee argumenten om de kale huur te vervangen voor de rekenhuur. Ten eerste sluit het beter aan op de huurtoeslagsystematiek. De rekenhuur is namelijk het bedrag waarover de huurtoeslag wordt berekend. Ten tweede is het beter voor de betaalbaarheid voor de huishoudens met een laag inkomen. Als huurders met een inkomen op minimumniveau een kale huur hebben die net onder de aftoppingsgrens ligt en er komt een flink bedrag aan servicekosten bovenop, is dat financieel zeer moeilijk op te brengen. Daarmee komt de doelstelling van de regeling onvoldoende tot zijn recht.