Wetsvoorstel implementatie Telecomcode
Reactie
Naam | Primevest Capital Partners (B.T.J. Pierik) |
---|---|
Plaats | Utrecht |
Datum | 18 juli 2019 |
Vraag1
Artikel 113, derde lid van de Telecomcode verplicht lidstaten erop toe te zien dat eindgebruikers bij de beëindiging van hun contact de mogelijkheid hebben om de digitale televisie-apparatuur (set-top box) via een kosteloze en gemakkelijke procedure terug te geven, tenzij de aanbieder aantoont dat de digitale televisie-apparatuur volledig interoperabel is met de digitale televisiediensten van andere aanbieders, onder wie ook de aanbieder naar wie de eindgebruiker is overgestapt.Vraag aan aanbieders:
De vraag is hoe dit in de praktijk is geregeld. Wordt dergelijke apparatuur (set-top box) door de eindgebruiker gekocht of gehuurd? Hoe is vervolgens de teruggave van deze apparatuur geregeld en zijn hieraan kosten verbonden?
Het wetsvoorstel voorziet in medegebruik van publieke infrastructuur als één van de twee instrumenten om de snelle en efficiënte uitrol van 5G te borgen. De Memorie van Toelichting stelt daarover: "Openbare gebouwen en andere publieke infrastructuur, zoals lantaarnpalen en verkeerslichten, zijn waardevolle locaties voor de plaatsing van kleine cellen". Wij erkennen dat door gebruikmaking van deze publieke infrastructuur 5G effectief en efficient kan worden uitgerold. Maar om deze publieke infrastructuur effectief te kunnen inzetten bij de uitrol van 5G is een essentiële voorwaarde dat deze bovengrondse infrastructuur verbonden is met een noodzakelijke ondergrondse infrastructuur van continu stroom en glasvezel. Dat is nu in de meeste gevallen niet zo (wisselstroom en - uitzonderingen daargelaten - geen breedbandige internetconnectie middels glasvezel). Het wetsvoorstel zwijgt over wie de verantwoordelijkheid dient te nemen voor de aanleg van de ondergrondse infrastructuur (continu stroom en glasvezel); de overheidsinstantie als eigenaar van deze publieke infrastructuur, of de aanbieder?