Wetsvoorstel implementatie Telecomcode

Reactie

Naam D.J. Rip
Plaats Haarlem
Datum 25 augustus 2019

Vraag1

Artikel 113, derde lid van de Telecomcode verplicht lidstaten erop toe te zien dat eindgebruikers bij de beëindiging van hun contact de mogelijkheid hebben om de digitale televisie-apparatuur (set-top box) via een kosteloze en gemakkelijke procedure terug te geven, tenzij de aanbieder aantoont dat de digitale televisie-apparatuur volledig interoperabel is met de digitale televisiediensten van andere aanbieders, onder wie ook de aanbieder naar wie de eindgebruiker is overgestapt.

Vraag aan aanbieders:
De vraag is hoe dit in de praktijk is geregeld. Wordt dergelijke apparatuur (set-top box) door de eindgebruiker gekocht of gehuurd? Hoe is vervolgens de teruggave van deze apparatuur geregeld en zijn hieraan kosten verbonden?
Specifiek met betrekking tot deze ontwerpwet maak ik, als consument, bezwaar tegen artikel 5c2. Met dit artikel van de wijziging van de Telecommunicatiewet wordt invulling gegeven aan artikel 57 vierde lid van de Telecomcode. Dit houdt in dat overheidsinstanties openbare gebouwen en publieke infrastructuur beschikbaar moeten stellen voor het plaatsen van antennes (draadloze toegangspunten met klein bereik).

De overheidsinstantie moet een weigeringsgrond op basis van de individuele gezondheid van een burger kunnen toepassen. Het kan en mag niet zo zijn dat een burger / consument korter en / of zieker moet leven door de verplichte plaatsing van een antenne nabij de woning. Een weigeringsgrond op basis van (volks)gezondheid zou ook van toepassing moeten zijn op de plaatsing van zendmasten en –apparatuur, hetgeen nu vaak vergunningsvrij gebeurt.

Bijlage