Wetsvoorstel implementatie Telecomcode

Reactie

Naam Vos B.
Plaats Den Haag
Datum 31 augustus 2019

Vraag1

Artikel 113, derde lid van de Telecomcode verplicht lidstaten erop toe te zien dat eindgebruikers bij de beëindiging van hun contact de mogelijkheid hebben om de digitale televisie-apparatuur (set-top box) via een kosteloze en gemakkelijke procedure terug te geven, tenzij de aanbieder aantoont dat de digitale televisie-apparatuur volledig interoperabel is met de digitale televisiediensten van andere aanbieders, onder wie ook de aanbieder naar wie de eindgebruiker is overgestapt.

Vraag aan aanbieders:
De vraag is hoe dit in de praktijk is geregeld. Wordt dergelijke apparatuur (set-top box) door de eindgebruiker gekocht of gehuurd? Hoe is vervolgens de teruggave van deze apparatuur geregeld en zijn hieraan kosten verbonden?
Een tweetal opmerkingen m.b.t. hoofdstuk 5C (Medegebruik van voorzieningen ten behoeve van draadloze toegangspunten met klein bereik).

- Het is mijn inziens staatsrechtelijk niet wensenlijk dat de centrale overheid lokale overheden wil dwingen tot het toestaan van van de installatie van welke apparatuur dan ook in openbare gebouwen en in het straatmeubileur.
Dit tast de autonomie van een gemeente erg aan.

- Door ook nog te vereisen dat de gemeente hiervoor niet meer dan een symbolische administratieve vergoeding mag vragen kunnen onwenselijke situaties ontstaan, waarbij het voor telecom aanbieders wel eens voordeliger zou kunnen worden dat elke aanbieder afzonderlijk in elke straat aan een lantaarnpaal een zendmast hangt, dan de huidige opstelpunten te handhaven, die vaak gedeeld worden met meerdere aanbieders, en waaraan veel meer eisen kunnen worden gesteld.