Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Dit wetsvoorstel is overbodig, disproportioneel en vormt een gevaar voor de democratische rechtsstaat.
1. Overbodig
Bestaande wetgeving, zoals de strafbaarstelling van opruiing, bedreiging, haatzaaien en steun aan terroristische organisaties, biedt al voldoende mogelijkheden om daadwerkelijk strafwaardig gedrag aan te pakken. Een nieuwe bepaling voegt niets wezenlijks toe, maar vergroot wel het risico op misbruik.
2. Risico op politieke vervolging
De vage en subjectieve criteria in het voorstel creëren ruimte voor selectieve en politieke toepassing. Uitingen die kritisch zijn op overheidsbeleid of solidair met groepen die door de overheid als ‘terroristisch’ worden bestempeld, lopen het risico ten onrechte te worden gecriminaliseerd.
3. Inperking van fundamentele rechten
Vrijheid van meningsuiting en vereniging zijn kernpijlers van onze democratie. Dit voorstel maakt het mogelijk om vreedzame maatschappelijke en politieke uitingen te bestraffen, wat een ‘chilling effect’ veroorzaakt en het maatschappelijk debat verarmt.
4. Onevenredige impact en discriminatie
In de praktijk zullen vooral minderheden, activisten en mensenrechtenverdedigers geraakt worden, waardoor dit voorstel bijdraagt aan stigmatisering en maatschappelijke verdeeldheid.
5. Ondergraving van democratische tegenmacht
De vrijheid om machthebbers te bekritiseren en solidariteit te tonen met onderdrukte bevolkingsgroepen is essentieel in een democratische rechtsstaat. Dit wetsvoorstel sluit aan bij autoritaire strategieën waarin tegenmacht structureel wordt verzwakt.

Conclusie
Dit voorstel is niet nodig om terrorisme te bestrijden en creëert onaanvaardbare risico’s voor rechtsstatelijke vrijheden. Het hoort niet thuis in een democratische samenleving en zou ingetrokken moeten worden.