Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Hierbij wil ik graag mijn bezwaar uiten tegen het voorgestelde wetsvoorstel. De bestrijding van terroristische activiteiten is van belang. Echter, dit voorstel is in mijn ogen een onrechtvaardige inperking van fundamentele rechten als vrijheid (art. 7 Grondwet, art. 10 EVRM) van meningsuiting en demonstratierechten (art. 9 Grondwet, art. 11 EVRM).

Een aantal begrippen als “verheerlijken van terrorisme” of “steunbetuiging aan terroristische organisaties” zijn te vaag geformuleerd. Deze vaagheid zou ertoe kunnen leiden dat legitieme uitingen van politieke of maatschappelijke kritiek onterecht gezien worden als steun aan terroristische organisaties. Bestaande wetgeving omtrent het aanzetten van geweld heeft goed afgebakende voorwaarden en is specifieker.

Daarom verzoek ik u dringend het wetsvoorstel in de huidige vorm niet aan te nemen. Het Wetboek van Strafrecht biedt voldoende mogelijkheden om strafbare feiten aan te pakken. Indien u het wetsvoorstel wel wil aannemen zou ik u willen verzoeken de reikwijdte en definities te herzien om te voorkomen dat de bestrijding van terrorisme een disproportionele inbreuk maakt op fundamentele rechten.