Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Het wetsvoorstel om het verheerlijken van terrorisme en het publiekelijk steunen van terroristische organisaties strafbaar te stellen, is juridisch vaag en maatschappelijk riskant. Begrippen als “verheerlijken” en “steunbetuiging” zijn onvoldoende gedefinieerd, waardoor rechtsonzekerheid ontstaat en willekeurige vervolging mogelijk wordt. De vrijheid van meningsuiting komt hierdoor ernstig onder druk te staan, zeker voor activisten, journalisten en minderheidsgroepen.

Een veelgehoorde zorg is dat het voorstel in de praktijk zal worden ingezet om steun aan Palestina te ondermijnen. Palestijnse verzetsbewegingen staan op internationale terreurlijsten, en uitingen van solidariteit — zoals het tonen van een vlag of het roepen van “Free Palestine” — kunnen hierdoor strafbaar worden. Dat is geen bescherming van de rechtsstaat, maar een politieke instrumentalisering van het strafrecht.

Bovendien is het voorstel overbodig: bestaande wetgeving biedt al voldoende mogelijkheden om opruiing, haatzaaien en deelname aan terroristische organisaties aan te pakken. De voorgestelde straffen zijn disproportioneel en kunnen leiden tot overcriminalisering van uitingen die geen directe dreiging vormen.

De handhaving zal onvermijdelijk selectief zijn. Rechtsextremistische uitingen blijven vaak ongemoeid, terwijl uitingen van linkse activisten of moslims sneller als verdacht worden gezien. Dat ondermijnt het vertrouwen in een neutrale en rechtvaardige rechtsorde.

Nederland dreigt hiermee af te glijden van zijn reputatie als mensenrechtenland. In plaats van repressie en symbolische strafbepalingen, is er behoefte aan dialoog, onderwijs en preventie. Een sterke democratie verdraagt scherpe meningen — ook als ze ongemakkelijk zijn.

Dit wetsvoorstel moet meteen de prullenbak in.