Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Naam G van Malde
Plaats Delft
Datum 28 juli 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Dit wetsvoorstel om het verheerlijken van terrorisme en het openlijk steunen van terroristische organisaties strafbaar te stellen klinkt misschien logisch op het eerste gezicht, maar is in de praktijk vooral gevaarlijk voor de vrijheid van meningsuiting. Wat precies als “verheerlijking” telt, is vaag en open voor interpretatie. De overheid krijgt daarmee de macht om uitingen te vervolgen die haar niet bevallen, ook als ze geen oproep tot geweld bevatten. In een democratische rechtsstaat moet je juist meningen kunnen uiten die schuren, irriteren of tegen de stroom ingaan. Dat is precies waar vrijheid van meningsuiting voor bedoeld is.

Bovendien is het begrip “terrorisme” allesbehalve neutraal. Wie als terrorist wordt gezien, verschilt sterk per context en per politieke voorkeur. Het ene land ziet een verzetsbeweging, het andere noemt dezelfde groep een terreurorganisatie. De wet maakt geen ruimte voor deze nuance, en neemt stilzwijgend aan dat de overheid altijd bepaalt wat legitiem is en wat niet. Zo ontstaat het risico dat mensen worden vervolgd voor het uiten van solidariteit met bevolkingsgroepen die zich verzetten tegen onderdrukking, puur omdat hun strijd ons beleid niet uitkomt.

Het grootste probleem is dat deze wet geen echte veiligheid oplevert, maar vooral angst en zelfcensuur bevordert. Mensen zullen hun mening inslikken uit vrees voor straf, ook als die mening deel uitmaakt van een belangrijk maatschappelijk debat. Je beschermt een samenleving niet door afwijkende stemmen de mond te snoeren, maar door het gesprek open te houden. In plaats van dit soort symbolische wetgeving die meer kwaad dan goed doet, zou de overheid moeten investeren in dialoog, onderwijs en het aanpakken van de oorzaken van geweld, niet in het vervolgen van woorden.