Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Utrecht
|
Datum
|
24 juni 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Het wetsvoorstel heeft verstrekkende gevolgen voor Nederlanders met een dubbele nationaliteit. Indien hun uitingen als terrorisme-gerelateerd worden aangemerkt, kan dit leiden tot verlies van het Nederlanderschap - een sanctie die niet geldt voor burgers met slechts één nationaliteit. Dit is in strijd met het gelijkheidsbeginsel en werkt discriminerend uit op bevolkingsgroepen met een migratieachtergrond.
Daar komt bij dat de mogelijke consequenties disproportioneel zijn voor een uitingsdelict, waarbij in veel gevallen geen sprake is van concreet gevaar voor de openbare orde of veiligheid. De uiting van een mening kan leiden tot strafrechtelijke vervolging, gevangenisstraf, verlies van nationaliteit of blijvende maatschappelijke uitsluiting. Zo'n strafmaat is buiten verhouding tot het gedrag zelf en ondermijnt het vertrouwen in de rechtsstaat.
Het voorstel hanteert vage termen als “verheerlijking” en “steunbetuiging” zonder heldere afbakening. Dit schept rechtsonzekerheid en leidt ertoe dat burgers, journalisten, activisten en academici niet weten wanneer hun uitingen strafbaar zijn. Zo ontstaat een chilling effect, waarbij mensen zich uit angst voor straf onthouden van deelname aan publiek debat en dus ongewenste zelfcensuur toepassen.
Tot slot lijkt dit wetsvoorstel vooral een symbolische maatregel die meer bedoeld is om politieke daadkracht uit te stralen dan om daadwerkelijke veiligheid te bevorderen. In de praktijk ondermijnt het echter fundamentele rechten en schaadt het juist de maatschappelijke veerkracht tegen extremisme.
Het is juridisch overbodig, maatschappelijk schadelijk, en principieel onverenigbaar met de uitgangspunten van een democratische rechtsstaat. Terrorismebestrijding mag nooit leiden tot willekeur, rechtsongelijkheid of inperking van legitieme meningsuiting. Dit wetsvoorstel doet dat wel.