Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Dit wetsvoorstel ziet op het strafbaarstellen van de verheerlijking van terrorisme. Het voorstel is problematisch om drie redenen:
1. In het wetboek van Strafrecht wordt op dit moment al voldoende kaders geboden voor het vervolgen van uitingen ter voorkomen van terrorisme. Het verbod op opruiing maakt het reeds mogelijk om in te grijpen en te straffen daar waar individuen oproepen tot terroristisch geweld. De toegevoegde waarde ten opzichte van opruiing is onduidelijk, omdat verheerlijken geen duidelijk juridisch begrip is.
2. Ondat verheerlijken geen duidelijk juridisch begrip is en een duidelijke link met terroristisch oogmerk of handelen ontbreekt, zal de wet niet effectief zijn in het bestrijden van terrorisme. Voor burgers is het niet te volgen waar de grens van de wet ligt en voor de keten is het onduidelijk wanneer te vervolgen. Gevolg is dat terrorisme niet effectiever wordt bestreden en de wetgeving alleen gefragmenteerder wordt.
3. Het belangrijkste punt: De wet heeft een hoog risico op het inperken van burgerlijke vrijheden. De vrijheid van meningsuiting is een van de belangrijkste rechten binnen de democratie. Dit wetsvoorstel perkt deze vrijheid in terwijl de noodzaak van deze wet voor het effectief bestrijden van terrorisme nihil is. Door de brede focus van de wet worden burgers teveel beperkt in hun recht om afbeeldingen en teksten te uiten zoals zij dat zelf willen. Het strafbaarstellen van deze uitingen zonder een oproep tot ernaar handelen stelt denken, uiten, delen strafbaar wat juist beschermd wordt onder de burgerlijke vrijheden.

Kortom, de noodzaak voor deze wet ontbreekt, de wet draagt niet bij aan het beoogde veiligheidsdoel en is in strijd met andere wetgeving die de rechten van burgers beschermt. Het is een groot gevaar voor onze samenleving om deze democratische waarden niet serieus te nemen en door te gaan met dit voorstel.