Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
JMFJ Rondeel
|
Plaats
|
Utrecht
|
Datum
|
24 juli 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
De voorgestelde wet waarmee het verheerlijken van terrorisme strafbaar wordt gesteld, lijkt op het eerste gezicht een poging om veiligheid te waarborgen. In werkelijkheid is het een glijdende schaal richting repressie, willekeur en censuur. Deze wet is niet alleen onduidelijk in haar definities van "verheerlijking" en "steunbetuiging", maar laat ook gevaarlijk veel interpretatieruimte over aan de uitvoerende macht — die in dit geval een extreemrechts kabinet is met een duidelijke ideologische agenda.
Een goed voorbeeld van de absurditeit en willekeur die deze wet met zich meebrengt, is het incident rondom de watermeloen. Een stuk fruit, dat in de Palestijnse context symbool staat voor vrijheid en nationale identiteit, werd in de Tweede Kamer bestempeld als een terroristisch symbool. Wie straks een watermeloen toont, kan dus in de gevangenis belanden. Drie jaar cel, voor een stille, symbolische daad van solidariteit. Niet omdat het oproept tot geweld, maar omdat het onwelgevallig is aan de zittende macht.
Deze wet is daarmee niet bedoeld om geweld of terreur daadwerkelijk te bestrijden, maar om kritische stemmen, solidariteitsuitingen en politieke tegenstand te onderdrukken. Wie zich uitspreekt tegen Israëlisch staatsgeweld, wie opkomt voor Palestijnse rechten, wie zich solidair toont met onderdrukte bevolkingsgroepen — loopt straks het risico als "terrorismeverheerlijker" te worden weggezet. Tegelijkertijd blijven openlijk racistische, haatzaaiende en opruiende uitingen uit extreemrechtse hoek ongemoeid.
De wet is dus niet alleen juridisch ondeugdelijk en politiek gevaarlijk, maar vormt ook een directe bedreiging voor de kernwaarden van onze democratie: vrijheid van meningsuiting, het recht op protest en het recht op politieke solidariteit. Het zou een gotspe zijn als straks niet de daad van geweld zelf, maar het benoemen van dat geweld, strafbaar wordt. Wie zwijgt over onrecht wordt gespaard. Wie spreekt, wordt gestraft.
Deze wet is geen bescherming tegen terreur, maar een instrument van onderdrukking. Ze verdient geen aanpassing, maar verwerping in haar geheel.