Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Dit wetsvoorstel lijkt grote conflicten te gaan hebben met het recht op demonstratie. Het is volkomen onduidelijk wat met de hier niet formeel geïntroduceerde termen zoals 'terroristische actie' wordt bedoeld en lijkt daarmee een vrijbrief voor handhavers en politie om aggressief te werk te gaan bij het opbreken van vreedzame demonstraties. Ook geeft het wetsvoorstel geen ruimte voor nuance in de complexe maatschappelijke problemen omtrent terrorisme, daar bijvoorbeeld een reactie op terrorisme óók van terroristische aard kan verworden - en de burger dus geen enkele steun kan uiten die als partijdig zou kunnen worden geportretteerd. Het is een criminalisatie van de publieke opinie, een onderdrukkingsmiddel en symptoom bestrijding voor een steeds luider wordend protest van het volk tegen de Nederlandse overheid die jaar op jaar steeds meer en in grovere mate de wetgeving, het internationaal- en humanitair recht én haar plichten jegens deze wetten en verdragen verzaakt. Dit wetsvoorstel kweekt wantrouwen naar de Overheid door het afbreken van grondwettelijke rechten zoals het recht op protest. Wie bepaalt wat terrorisme is? Hoe wordt spot, en satire in dit wetsvoorstel gezien? Wat als een groep volgens partij A als protagonist wordt gezien en partij B als antagonist? Waarom denkt de Nederlandse overheid dat het nodig is om het al bestaande internationaal recht omtrent dit onderwerp de supplementeren met zulke beperkende maatregelen?

Ik zou een uitgebreide reactie op dit schrijven ontvangen.