Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Geachte leden van de Tweede Kamer,

Met grote bezorgdheid reageer ik op het wetsvoorstel dat steunbetuigingen aan als “terroristisch” aangemerkte organisaties strafbaar stelt. Hoewel het streven naar veiligheid begrijpelijk is, vormt dit voorstel een ernstige bedreiging voor fundamentele rechtsprincipes, burgerrechten en democratische waarden. De wet is vaag geformuleerd, moeilijk uitvoerbaar en opent de deur naar misbruik.

Ten eerste ondermijnt het voorstel de rechtsstaat. Mensen kunnen nu worden gestraft zonder enige betrokkenheid bij geweld of strafbare feiten – puur op basis van sympathie. Dit druist in tegen het principe van onschuld tot het tegendeel bewezen is, en criminaliseert gedachtegoed in plaats van daden.

Daarnaast ondermijnt het maatschappelijke betrokkenheid. Burgers, activisten en zelfs journalisten zullen zich minder snel uitspreken tegen onrecht uit angst voor repercussies. Dit heeft een verlammend effect op het publieke debat en de controle op de macht.

Ook is er een reëel risico op willekeurige en politieke toepassing. Zonder heldere definitie van “terrorisme” kunnen autoriteiten zelf bepalen wie of wat onder deze wet valt. In andere landen zijn soortgelijke wetten gebruikt om kritische stemmen het zwijgen op te leggen.

Op internationaal niveau botst deze wet met mensenrechtenverdragen zoals het EVRM, dat vrijheid van meningsuiting en vereniging beschermt. Nederland dreigt zo zijn reputatie als mensenrechtenstaat te ondergraven.

Tot slot is de praktische uitvoerbaarheid dubieus. De vaagheid van de wet zorgt voor rechtsonzekerheid en kan leiden tot een overbelasting van justitie door procedures en bezwaarzaken.

Ik roep u met klem op om dit wetsvoorstel te heroverwegen. In de strijd voor veiligheid mogen we onze democratische fundamenten niet verliezen.