Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Dit wetsvoorstel is gevaarlijk, ronduit gevaarlijk. Onder het mom van veiligheid wordt een fundamenteel onderdeel van onze democratische rechtsstaat opgeofferd: de vrijheid om te spreken, te denken en te demonstreren. Het verheerlijken of steunen van terroristische groepen strafbaar stellen klinkt misschien stoer in een politiek debat, maar in werkelijkheid is het een aanval op onze grondrechten.

Laten we eerlijk zijn: wie bepaalt straks wat “verheerlijken” is? Vandaag gaat het over terrorisme, morgen misschien over activisten die radicale kritiek leveren op de staat, of groepen die de gevestigde orde uitdagen. Dit wetsvoorstel opent de deur naar willekeur en misbruik. Een overheid die de inhoud van je woorden gaat criminaliseren, zet de bijl aan de wortel van de democratie.

Vrijheid van meningsuiting (art. 7 Gw, art. 10 EVRM) is er niet om alleen populaire meningen te beschermen. Die heeft geen bescherming nodig. Vrijheid is pas écht vrijheid wanneer ook schurende en provocerende geluiden er mogen zijn. Dat is precies de kracht van de democratische rechtsstaat: dat we het verdragen, en niet meteen de politie of de rechter erop afsturen.

En het demonstratierecht? Dit wetsvoorstel maakt het een farce. Want wat heeft het voor zin om te mogen demonstreren, als de inhoud van je boodschap je meteen in de gevangenis kan doen belanden? Dat is geen democratie meer, dat is toneel: de schijn ophouden van vrijheid, terwijl die in de praktijk wordt uitgekleed.

Veiligheid is belangrijk, maar zonder vrijheid is het niets waard. Een rechtsstaat die zijn eigen fundamenten sloopt in naam van veiligheid, verliest zijn ziel. Dit wetsvoorstel is niet een stap vooruit, het is een glijbaan richting autoritaire controle.