Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Dhr M.R.A. van der Laan
|
Plaats
|
Den Haag
|
Datum
|
14 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
In de memorie van toelichting wordt al aangegeven dat haatzaaien en opruien strafbaar is. Tevens wordt ook vermeld dat als het met een terroristisch oogpunt gedaan wordt dat het een strafverzwarende factor kan zijn. De wetgever heeft de politie en rechterlijke macht al de bevoegdheid gegeven om "het verheerlijken van terrorisme" te kunnen bestraffen, weliswaar onder een andere noemer dan het beoogde wetsvoorstel. Verder wordt aangegeven dat op basis van jaarverslagen van de AIVD dat de constante dreiging van het jihadisme en de toenemende dreiging van rechts extremisme de aanleiding voor dit wetsvoorstel zijn. Op basis hiervan heb ik een tweetal vragen.
Vraag 1. Als de rechterlijke macht en de politie de mogelijkheden hebben om op basis van opruiing en haatzaaien, met terroristisch oogmerk als verzwarende omstandigheid, om mensen hiervoor te vervolgen wat is de toegevoegde waarde van de wet?
Vraag 2. Openbare bronnen, zoals social media platforms, waarin expliciet terroristisch gedachtegoed wordt verheerlijkt zijn relatief makkelijk aan te pakken, het openbaar ministerie heeft tijdens de Corona Lockdown al een aantal Telegram groepen waarin expliciet opruiend materiaal werd gedeeld en werd opgeroepen tot burger arrestaties van bestuurders en politici afgesloten en verschillende individuen die een leidende rol hadden in deze groepen strafrechtelijk vervolgd. Maar hoe zit het bijvoorbeeld met expliciet racistisch materiaal wat door individuen, maar waar verder geen tekst bij zit, maar iedereen die het ziet geen tekst nodig heeft, want de context is meer dan duidelijk. Dit zou dan buiten de scope van de wet vallen terwijl dit mogelijk even haatzaaiend of opruiend kan zijn als een bericht van iemand die openlijk oproept tot het plegen van misdaad met een terroristisch oogmerk. Dus zou deze wet dan niet meer een papieren tijger vormen in plaats van een instrument wat een zichtbaar probleem zou oplossen?