Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
K. Meijer
|
Plaats
|
Nijmegen
|
Datum
|
14 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Graag wil ik mijn zorgen uiten over de in de wet voorgestelde strafbaarstelling van het betuigen van steun aan bepaalde organisaties.
Ten eerste is strafbaarstelling op basis van de sanctiewet onvoldoende duidelijk voor de gemiddelde inwoner. Het betreft in dit voorstel namelijk niet alleen organisaties die op de EU sanctielijst staan, maar ook op ‘ organisaties waartegen op grond van artikel 2, tweede lid, van de Sanctiewet 1977 met het oog op de bestrijding van terrorisme een aanwijzingsbesluit is vastgesteld’. Het is voor een willekeurige inwoner moeilijk na te gaan of een organisatie onder die sanctiewet valt en dus is de kans groot dat iemand een strafbaar feit pleegt zonder zich daarvan bewust te zijn.
Daarnaast is de vraag welke organisaties al dan niet als terroristisch worden aangemerkt sterk politiek bepaald. Het ANC is in het verleden als terroristische organisatie aangeduid terwijl acties van bepaalde kolonisten op de westoever, die onder toeziend oog van het Israelische leger de bevolking aanvallen en uit hun huizen verjagen, niet worden aangemerkt als terrorisme. De term is daardoor politiek beladen en kan worden gebruikt om onwelgevallige meningen en organisaties het stilzwijgen op te leggen.
Bovendien is onduidelijk wat precies de term ‘ steun betuigen aan’ inhoudt: mag je nog een bepaalde mening verkondigen als een organisatie op die sanctielijst die mening ook is toegedaan? Het mogelijk strafbaar stellen van dit soort uitingen is een ernstige inbreuk op de vrijheid van meningsuiting. Het gevaar voor vervolging van mensen met een onwelgevallige mening is onder deze wet levensgroot. Uit de uitspraak van de minister van Justitie van het vorige kabinet, waarin zij mw. Ouwehand steun aan Hamas verwijt enkel omdat zij watermeloen serveert, blijkt hoe makkelijk een mening kan worden uitgelegd als iets wat onder de strafbaarstelling van dit artikel zou kunnen vallen.
Uit de memorie van toelichting blijkt dat men uitingen strafbaar wil stellen waarbij “in het openbaar door middel van een leus, uitspraak of symbool niet wordt opgeruid, beledigd of aangezet tot haat of geweld, maar waarmee wel een (directe of indirecte) link wordt gelegd met .. een terroristische organisatie”. Doel van deze wet is dus om iedere uiting waarbij je een link zou kunnen leggen met een bepaalde organisatie, strafbaar te stellen. Dat er een gevangenisstraf van ten hoogste 3 jaar komt te staan op een uiting die dusdanig vaag is omschreven baart mij grote zorgen.