Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Prof.dr. M.H. Blanker
|
Plaats
|
Hattem
|
Datum
|
25 juli 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Dit wetsvoorstel is zeer zorgwekkend. Niet omdat bescherming tegen terrorisme onwenselijk zou zijn — integendeel, terrorisme vormt een ernstige bedreiging voor de rechtsstaat en moet daadkrachtig worden bestreden — maar omdat dit voorstel de grenzen van het strafrecht zodanig oprekt, dat wezenlijke vrijheden onder druk komen te staan.
Het voorstel creëert het risico dat algemene of politieke steunbetuigingen aan onderdrukte bevolkingsgroepen – zoals het Palestijnse volk – worden geïnterpreteerd als strafbare steun aan een terroristische organisatie. Daarmee dreigt de overheid niet alleen te oordelen over de vorm van de uiting, maar ook over de politieke inhoud en de ontvanger van solidariteit.
Dit is principieel onaanvaardbaar. Steun aan een onderdrukt volk, of dat nu Palestijnen, Koerden, Oeigoeren of Oekraïners betreft, is een legitieme politieke uiting die in de kern wordt beschermd door de vrijheid van meningsuiting en het demonstratierecht. Wie zich solidair verklaart met slachtoffers van geweld en onrecht, mag niet onder verdenking worden gesteld van strafbaarheid enkel vanwege de geopolitieke context of de identiteit van de onderdrukker.
Het wetsvoorstel zet een gevaarlijk precedent door de strafbaarstelling te baseren op een brede, contextgevoelige en in feite politiek interpreteerbare term als “verheerlijking”. De ruimte voor subjectieve toepassing door overheid of opsporingsdiensten is aanzienlijk — zeker waar het gaat om uitingen die schuren of politiek gevoelig liggen. In plaats van de rechtsstaat te beschermen, dreigt dit wetsvoorstel diezelfde rechtsstaat te ondermijnen door kritische stemmen in het publieke debat te smoren.
Radicalisering wordt niet voorkomen door mensen het zwijgen op te leggen. Integendeel, het criminaliseren van politieke uitingen draagt bij aan polarisatie en delegitimeert het strafrecht als instrument. De weg van repressie is zelden de weg naar veiligheid; de weg van rechtvaardigheid en open debat wél.
Dit wetsvoorstel is een stap in de verkeerde richting. In plaats van gerichte bescherming tegen concrete dreiging, biedt het ruimte voor de criminalisering van solidariteit en het bestraffen van legitieme politieke uitingen. De vrijheid om op te komen voor onderdrukte volken, zonder angst voor strafvervolging, is een fundament van onze democratische rechtsorde. Dat fundament verdient versterking, niet uitholling.