Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Naam N.J.M. Wijnen
Plaats Zeeland
Datum 23 juli 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Met deze zienswijze wil ik mijn diepe zorgen uitspreken over het voorgestelde conceptwetsvoorstel dat het “openlijk betuigen van steun aan terroristische organisaties” strafbaar stelt via onder meer vlaggen, kleding of uitingen op sociale media. Dit voorstel vormt een directe bedreiging voor fundamentele rechten zoals gewaarborgd in de Nederlandse Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Hoewel het bestrijden van terrorisme een legitiem doel is – waarvoor al wetgeving bestaat – schiet dit voorstel fundamenteel tekort door de vaagheid van de formuleringen en het ontbreken van duidelijke juridische grenzen. Het opent de deur naar repressie en willekeur en maakt vreedzaam protest en politieke meningsuiting strafbaar. Dit druist in tegen de kernbeginselen van onze democratische rechtsstaat.
Met name artikel 7 van de Grondwet, dat de vrijheid van meningsuiting beschermt, en artikel 9, dat het recht op vergadering en betoging waarborgt, komen door dit voorstel onder druk te staan. De uitoefening van deze rechten mag slechts beperkt worden onder strikte voorwaarden en op basis van concrete, objectieve criteria. Het wetsvoorstel voldoet daar niet aan.
De gevolgen hiervan zijn niet hypothetisch. In het Verenigd Koninkrijk is onder soortgelijke wetgeving de 83-jarige vreedzame demonstrant Sue Parfitt gearresteerd vanwege het vasthouden van een bord met de tekst: “I oppose genocide. I support Palestine Action.” Zulke verontrustende voorbeelden illustreren de glijdende schaal waarop dit soort wetgeving opereert: het zijn niet langer gewelddadige daden die strafbaar worden gesteld, maar politieke boodschappen.
In plaats van de democratie te beschermen, ondermijnt dit wetsvoorstel haar fundamenten. Het ontmoedigt kritische burgers, criminaliseert vreedzaam protest en zet druk op onafhankelijke rechtspraak. De ruimte voor democratisch debat en activisme – onmisbaar in elke vrije samenleving – wordt hiermee actief ingeperkt.
Wanneer het recht op vrije meningsuiting wordt ondergraven door de staat, is het niet de burger die gevaarlijk is, maar de wetgever die dat toestaat.