Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Met deze brief wil ik mijn ernstige zorgen uitspreken over de nieuwe terrorismewet die binnenkort in stemming komt. Hoewel ik de noodzaak van veiligheid onderschrijf, acht ik het huidige voorstel te ruim, te vaag en te kwetsbaar voor misbruik.

De kern van mijn zorg is dat de wet het begrip terrorisme zo breed definieert, dat ook vreedzame en legitieme vormen van protest daar in de praktijk onder zouden kunnen vallen. In de voorgestelde vorm is het immers de politiek en in uitvoering de politie die bepalen wat als ‘terrorisme’ wordt aangemerkt en daarop handhaven.

Dit geeft een grote mate van subjectieve beoordelingsruimte, waardoor zoals nu een demonstratie tegen de genocide door Israël, onterecht als terrorisme bestempeld zou kunnen worden.

Geschiedenis leert dat dergelijke rekbare definities gevaarlijk zijn. Nelson Mandela werd decennialang internationaal als terrorist aangemerkt, terwijl hij wereldwijd wordt erkend als vrijheidsstrijder en symbool van gerechtigheid. Hetzelfde risico bestaat nu: dat legitieme activisten, journalisten of burgers die opkomen voor hun overtuigingen, onder deze wet in de categorie ‘terrorist’ vallen.

Daarbij komt dat het criminaliseren van vreedzaam protest en maatschappelijke meningsuiting het fundament van onze democratische rechtsstaat ondermijnt. Vrijheid van meningsuiting en het recht om te demonstreren zijn kernrechten die alleen in uitzonderlijke omstandigheden beperkt mogen worden. Wanneer een definitie zo breed is dat zij ook politieke tegenstemmen kan insluiten, is het gevaar groot dat deze rechten structureel worden aangetast.

Een wet die bedoeld is om onze samenleving te beschermen, mag nooit een instrument worden dat onze vrijheden en democratische kernwaarden uitholt.