Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
MSc H van Herk
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
9 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Ik ben volledig tegen het huidige wetsvoorstel, om onder andere, maar niet beperkt tot, onderstaande redenen.
Ten eerste bestaat er reeds een artikel dat aan de uitwerking van het huidige wetsvoorstel voldoet, namelijk Artikel 132 van het Wetboek van Strafrecht. Het huidige wetsvoorstel is dus overbodig en onnodig.
Ten tweede lijkt het huidige wetsvoorstel gezien de timing en bewoording vooral bedoeld om de deur open te zetten naar strafbaarstelling van ideologische steun aan Palestina, zoals in het Verenigd Koninkrijk reeds gebeurt.
Bovengenoemde denkwijze gaat uit van gelijkstelling van ideologische steun aan Palestina met steun aan een terroristische organisatie en met antisemitisme. In de grote media en in het politieke discours wordt dit ook als de geldende communis opinio gepresenteerd, terwijl onder de burgers van Nederland duidelijk een verschuiving plaatsvindt, zie bijvoorbeeld de herhaaldelijke overweldigende opkomst bij het protest 'De Rode Lijn' in Den Haag op 18 mei en 15 juni 2025. Ten eerste is de stelling dat steun aan Palestina gelijk staat aan steun aan Hamas, net zo schadelijk als stellen dat anti-zionisme (tegen Israëlische kolonisatie) hetzelfde is als antisemitisme (tegen de joodse religie/identiteit). Niettemin kan zelfs gesteld worden dat met het oog op de gewelddadige Zionistische bezetting van Palestina sinds 1948, de bewoners van Palestina hier sindsdien logischerwijs tegen in opstand komen en dat Hamas in dat licht zou moeten worden gezien als een verzetsbeweging en niet als terroristische organisatie, net als er in Nederland verzet was tegen de Nazi-bezetting, en zoals Nelson Mandela streed tegen apartheid. Ontkenning van bovenstaande principe staat gelijk aan voortzetting van een imperialistisch wereldbeeld stammend uit de VOC-tijd, die heel snel gestopt moet worden.
Ten derde, bij onrechtvaardige handhaving van het wetsvoorstel is er een grote kans op inperking van de vrijheid van meningsuiting en dus de democratische rechtsstaat. Het gevaar bestaat dat de wet wordt gebruikt als instrument voor een totalitaire overheid of regime.
Op basis van bovenstaande is het ingediende wetsvoorstel ongeschikt en schadelijk, en ik verwacht dat de Minister van Justitie en Veiligheid dit dan ook onverwijld intrekt.