Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Ik ben tegen dit wetsvoorstel omdat het te vaag geformuleerd is en daarmee ruimte laat voor willekeurige interpretatie. In de huidige tijdsgeest zien we in landen als Engeland en Duitsland dat vergelijkbare wetgeving wordt misbruikt om vrijheid van meningsuiting en demonstratierecht in te perken. Protesten tegen genocide, waarbij géén terroristische organisaties worden gesteund, leiden daar toch tot arrestaties en hoge straffen. Voorbeelden zijn het dragen van een Palestijnse vlag, een keffiyeh, een meloenafbeelding of protestborden met teksten als Free Palestine.

Dit wetsvoorstel vormt in mijn ogen een stap richting autoritarisme en een beperking van grondrechten — iets wat we juist zouden moeten bestrijden. Nederland heeft een internationale reputatie als voorvechter van vrijheid en huisvest het Internationaal Strafhof in Den Haag. Het is onacceptabel dat in ons land vreedzame uitingen tegen oorlogsmisdaden of genocide mogelijk strafbaar worden gesteld.

De huidige wetgeving biedt al voldoende mogelijkheden om op te treden tegen mensen die zich niet aan de wet houden of protestvoorschriften overtreden. Door dit wetsvoorstel ontstaat juist een gevaarlijke maas waarmee ook vreedzame protesten voor vrouwenrechten, LHBTI+-rechten, boeren, coronabeleid of andere maatschappelijke thema’s kunnen worden onderdrukt door ze onterecht te labelen als steun aan terrorisme.

Het vage karakter van dit wetsvoorstel maakt het overbodig en gevaarlijk. In plaats van het inperken van protest, zou de overheid zich moeten inzetten voor het beschermen van democratische rechten én voor het actief tegengaan van oorlogsmisdaden en genocide.