Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Groningen
|
Datum
|
10 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Geachte heer/mevrouw,
Met grote zorg reageer ik op het wetsvoorstel tot strafbaarstelling van het “verheerlijken van terrorisme” en “openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties”. De bestrijding van terrorisme is belangrijk, maar dit voorstel vormt een gevaarlijke aantasting van de vrijheid van meningsuiting en het publieke debat in Nederland.
Vrijheid van meningsuiting, beschermd door artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 EVRM, geldt ook voor uitingen die schuren of verontrusten (Handyside v. UK, Perinçek v. Switzerland). De vage begrippen “verheerlijken” en “steunbetuiging” maken de grens tussen toelaatbaar en strafbaar onduidelijk. Dat schept een chilling effect: burgers, journalisten, wetenschappers en kunstenaars zullen zich inhouden uit angst voor vervolging.
Onder deze wet zou een journalist die een voormalige strijder interviewt, een historicus die verboden ideologie analyseert of een activist die pleit voor herziening van een terreurlijst al risico lopen. Internationale voorbeelden tonen het gevaar: in Frankrijk zijn journalisten vervolgd voor reportages, in het VK vreedzame demonstranten gearresteerd, in Spanje kunstenaars veroordeeld om hun werk.
Nederland beschikt al over toereikende wetten tegen opruiing (art. 131 Sr), haatzaaien (art. 137d Sr) en deelname aan terroristische organisaties (art. 140a Sr). Dit voorstel voegt geen noodzakelijke bescherming toe, maar vergroot wél het risico op onderdrukking van legitieme meningsuiting.
De strijd tegen terrorisme mag niet onze eigen vrijheden uithollen.
Uit de grond van mijn hart vraag ik u: doe dit niet.
Met hoogachting,
Erik Snip
Vestdijklaan 21, Groningen
10 augustus 2025