Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Dit lijkt mij een slecht wetsvoorstel, m.n. omdat het een groot risico met zich brengt van situaties waarin de uitvoerende macht op de stoel gaat zitten van de rechtsprekende macht. Ik zal dit toelichten. Ik ben niet in de details gedoken, maar ik neem aan dat de diverse (in de MvT genoemde) lijsten van 'terroristische organisaties' worden vastgesteld door de uitvoerende macht; nationaal, via AMvB's of Ministrieel Besluiten, of Europees, via de Raad van de EU, in verordeningen, richtlijnen of besluiten. De rechter moet vervolgens die lijsten gebruiken en wordt dan dus beperkt en gestuurd in zijn/haar oordeelsvorming en rechtsprekende taak. Het risico daarvan is dat de uitvoerende macht bepaalt welke organisaties ze als wel of niet terroristisch aanduiden. Een uiterst-rechts kabinet (of in EU verband: Raad van de EU) kan dan bijvoorbeeld bepalen dat politiek anders-georienteerde (links, progressieve, groene, sociale) organisaties als 'terroristisch' moeten worden beschouwd--en de rechter moet dat overnemen in de voorgestelde delicten. Ik zal een parallel voorbeeld geven: De Minister van OC&W maakt een lijst van kerken die niet zijn toegestaan, of een lijst van scholen die niet zijn toegestaan. Dat zou het einde betekenen van godsdienstvrijheid (art. 6 Gw) of vrijheid van onderwijs (art. 23 Gw). De voorgestelde delicten zouden parallel het einde inluiden van vrijheid van meninstuiting, vereniging, vergadering en betoging (art. 7-9 Gw). Kortom: de huidige (in de MvT genoemde) delicten bieden voldoende aanknopingspunten voor de rechter--en de voorgestelde delicten zijn onnodig en onwenselijk.