Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Ing S.H. van der Heijden
|
Plaats
|
Helmond
|
Datum
|
15 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Geachte heer/mevrouw,
Met deze reactie wil ik mijn ernstige zorgen uiten over het voorgestelde wetsartikel. Ik maak bezwaar, omdat het naar mijn oordeel een disproportionele inbreuk vormt op de vrijheid van meningsuiting en het recht op vreedzame vergadering en betoging.
De huidige strafwet biedt reeds voldoende instrumenten om daadwerkelijke opruiing tot geweld, bedreiging of aanzetten tot terroristische daden te bestrijden (o.a. artikelen 131, 132, 137d en 140a Sr). Het nieuwe verbod richt zich op uitingen die mogelijk choquerend of controversieel zijn, maar die geen direct en concreet gevaar vormen. Hierdoor ontstaat het risico dat legitieme politieke uitingen en vreedzame demonstraties onterecht strafbaar worden gesteld.
Het EHRM heeft herhaaldelijk benadrukt dat vrijheid van meningsuiting ook geldt voor uitingen die “offending, shocking or disturbing” zijn. Een beperking mag alleen wanneer deze noodzakelijk is in een democratische samenleving en voldoet aan het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel. Dit wetsvoorstel gaat verder dan strikt noodzakelijk en creëert een chilling effect: burgers en maatschappelijke organisaties zullen uit angst voor strafvervolging terughoudend worden met kritische of activistische uitingen.
Ik verzoek daarom het wetsvoorstel aan te passen door:
1. Een duidelijke, objectieve omschrijving van ‘verheerlijken’ en ‘steun betuigen’ te geven, gekoppeld aan een concreet gevaar voor geweld.
2. Uitzonderingen expliciet vast te leggen voor uitingen in het kader van journalistiek, kunst, wetenschappelijk onderzoek en politieke meningsvorming.
3. Te toetsen of bestaande wetgeving reeds toereikend is, alvorens nieuwe strafbaarstellingen te introduceren.
De bestrijding van terrorisme mag nooit leiden tot een onnodige inperking van fundamentele vrijheden die juist de kern van onze democratische rechtsstaat vormen.
Wie vrijheid opoffert voor veiligheid, verliest uiteindelijk beide.
Met vriendelijke groet.