Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
13 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Het wetsvoorstel tot strafbaarstelling van het verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties kent de volgende ernstige juridische, democratische en praktische tekortkomingen:
- Vage definities:
Kernbegrippen zoals “verheerlijken” en “openbare steunbetuiging” zijn onduidelijk geformuleerd. Hierdoor ontstaat rechtsonzekerheid en ruimte voor willekeurige of ongelijke toepassing.
- Ongeoorloofde inbreuk op de vrijheid van meningsuiting:
Het voorstel dreigt te botsen met artikel 10 van het EVRM. Zonder een expliciete en strikte opzet- en contextvereiste kunnen ook journalistieke, activistische of artistieke uitingen onbedoeld strafbaar worden.
- Risico op discriminatie en etnisch profileren:
Selectieve handhaving ligt op de loer, vooral richting moslims, migranten en politiek activisten. Dit vergroot maatschappelijke spanningen en ondermijnt vertrouwen in de overheid.
- Onvoldoende rechtsbescherming:
Burgers kunnen met de nieuwe strafbepalingen sneller op terrorismelijsten terechtkomen zonder transparante procedure. Er is risico op inzet van geheime informatie, bijvoorbeeld via inlichtingendiensten, zonder mogelijkheid tot verweer.
- Overlap met bestaande wetgeving:
Bestaande strafbepalingen, zoals opruiing (art. 131 Sr) en aanzetten tot haat (art. 137d Sr), dekken al grotendeels het bedoelde gedrag. De voorgestelde wetsbepalingen zijn juridisch overbodig.
- Symbolische repressie:
De effectiviteit van het wetsvoorstel is twijfelachtig. Er is geen aantoonbaar bewijs dat strafbaarstelling van verheerlijken leidt tot minder radicalisering. De wet dreigt eerder polarisatie en radicalisering te vergroten, dan deze te voorkomen.