Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
N.S. Basam
|
Plaats
|
Almere
|
Datum
|
24 juli 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Het wetsvoorstel om “verheerlijken van terrorisme” en het openlijk steunen van zogenoemde terroristische organisaties strafbaar te stellen, is niet alleen juridisch problematisch, maar onthult vooral de onderliggende politieke agenda. Het is duidelijk dat deze wet vooral bedoeld is om de solidariteit met de Palestijnen te onderdrukken. Elk protest voor Palestina wordt hierdoor verdacht gemaakt of gevaarlijk, waarmee kritiek op Israëlische oorlogsmisdaden en het tonen van steun aan Palestijnse burgers het risico lopen als ‘verheerlijking van terrorisme’ te worden aangemerkt. De hypocrisie is evident: het zwaaien met Israëlische vlaggen of het goedpraten van misdaden door de regering-Netanyahu is onproblematisch, terwijl solidariteit met Palestijnen verdacht wordt gemaakt. Dit is een gevaarlijk staaltje selectieve interpretatie: steun binnen het westerse politieke narratief blijft ongemoeid, terwijl afwijkende geluiden worden gecriminaliseerd. Kritiek op deze scheve verhoudingen wordt bovendien te vaak als ‘antisemitisme’ weggezet, waardoor zelfcensuur en een angstcultuur ontstaan. Ondertussen profileert het Westen – en Nederland in het bijzonder – zich als moreel kompas en hoeder van internationaal recht, terwijl diezelfde waarden en verantwoordelijkheden stelselmatig worden genegeerd als het om bondgenoten als Amerika en Israël gaat. Deze dubbele moraal ondermijnt elk moreel gezag dat Nederland claimt. Nog fundamenteler is dat dit wetsvoorstel de vrijheid van meningsuiting onder druk zet, terwijl juist kritische protesten en publieke debatten de ruggengraat vormen van een gezonde democratie. Dit soort repressieve wetgeving veroorzaakt een verlammend effect op het maatschappelijk debat en past volstrekt niet in een land dat zichzelf als open en vooruitstrevend profileert. Nederland zou als gastheer van het Internationaal Strafhof juist pal moeten staan voor mensenrechten en politieke ruimte voor solidariteit, in plaats van kritische stemmen de mond te snoeren ten gunste van buitenlandse belangen. We hadden als gastheer van het Internationaal Strafhof de moed en integriteit moeten tonen om internationale mensenrechten te waarborgen – niet om kritische stemmen en solidariteit met onderdrukten te criminaliseren. Zolang de wet enkel wordt ingezet tegen solidariteit met Palestina, en niet tegen openlijke steun voor oorlogsmisdaden begaan door bondgenoten, is elke morele verontwaardiging slechts schijn.