Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Dit wetsvoorstel baart mij grote zorgen en daarom maak ik bezwaar. In het wetsvoorstel wordt niet duidelijk gedefinieerd wat er bedoeld wordt met verheerlijking, met terreur of een terroristisch organisatie en wat onder openlijke steunbetuiging valt. Er is te veel ruimte voor interpretatie, wat een bedreiging betekent voor fundamentele rechten als vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en het demonstratie recht. Dit wetsvoorstel bied de ruimte om iedereen die kritiek uit oefent op de overheid te linken aan een terroristische organisatie en dit verheerlijking te noemen. Zo zou deze voorgestelde wet bijvoorbeeld ingezet kunnen worden om uitingen van solidariteit met Palestijnse verzetsbewegingen te criminaliseren en kan het dragen van een watermeloen-speltje al strafbaar worden. Dit is geen wetsvoorstel voor in een gezonde democratie waarin er verdeling en controle van de macht plaatsvindt en naar haar burgers geluisterd wordt. Bovendien is er al toereikende wetgeving (Art 132 Sr) die het aanzetten tot geweld strafbaar maakt onder heldere voorwaarden.