Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Geachte heer/mevrouw,

Ik maak bezwaar tegen het huidige wetsvoorstel vanwege de te brede en vage formulering van het begrip “openbare steunbetuiging” aan terroristische organisaties, waaronder het tonen van “tekens, symbolen of voorwerpen”.

Deze brede formulering creëert het risico dat ook uitingen die géén directe steun aan terrorisme beogen, strafbaar worden gesteld. Voorbeelden zijn het dragen van symbolen die in bredere context politieke of culturele betekenis hebben, zoals de watermeloen als symbool voor Palestijnse identiteit.

Hierdoor wordt de reikwijdte van artikel 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting) onnodig en onevenredig beperkt. Een wet moet voor burgers voorzienbaar en duidelijk zijn, zodat zij vooraf weten welke gedragingen wel of niet strafbaar zijn. In de huidige tekst ontbreekt die duidelijkheid, wat kan leiden tot willekeur en overmatige inperking van legitieme politieke uitingen en demonstratierecht (artikel 9 Grondwet en artikel 11 EVRM).

Ik verzoek daarom om de tekst aan te passen door:

Een duidelijke, limitatieve lijst op te nemen van symbolen en handelingen die strafbaar zijn.

Een expliciete uitzondering op te nemen voor politieke, journalistieke, artistieke en wetenschappelijke uitingen die niet direct oproepen tot terroristisch geweld.

Hoogachtend,
Froukje Hempenius - Groeneveld