Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
16 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Het idee om het verheerlijken van terroristische groeperingen strafbaar te stellen klinkt misschien begrijpelijk, maar juridisch gezien is het problematisch. Allereerst raakt het aan de vrijheid van meningsuiting (art. 7 Gw en art. 10 EVRM). Begrippen als “verheerlijken” zijn vaag en zorgen voor een chilling effect: mensen durven zich minder vrij uit te spreken. Daarmee wordt ook het legaliteitsbeginsel geschonden, omdat onduidelijk blijft welk gedrag precies strafbaar is.
Bovendien is zo’n wetsvoorstel overbodig. Opruiing, haatzaaien en steun aan terroristische organisaties zijn nu al strafbaar (art. 131, 137d en 140a Sr). Het voorstel creëert alleen doublures en rechtsonzekerheid. Strafrecht hoort het laatste redmiddel te zijn en mag alleen worden ingezet bij direct gevaar. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelt bovendien dat alleen een concrete oproep tot geweld kan worden beperkt, niet louter sympathie of lof.
Kortom: dit wetsvoorstel botst met grondrechten, schendt rechtszekerheid en is overbodig naast bestaande wetgeving.