Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Leiden
|
Datum
|
15 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Het wetsvoorstel breidt het Wetboek van Strafrecht uit met artikelen 132a, 132b en 132c, waarmee het verheerlijken van bepaalde terroristische misdrijven en het openlijk steunen van aangewezen terroristische organisaties strafbaar wordt gesteld. Hoewel het doel — bestrijding van radicalisering en terreurpropaganda — legitiem is, kent het voorstel ernstige risico’s voor grondrechten.
1. Onduidelijkheid en risico op misbruik
Begrippen als “verheerlijken” en “steun betuigen” zijn vaag, waardoor burgers en organisaties onvoldoende kunnen voorzien welke uitingen strafbaar zijn.
De regering bepaalt via de Sanctiewet en EU-lijsten welke organisaties als “terroristisch” gelden. Zonder duidelijke, onafhankelijke toets kan dit leiden tot politieke willekeur.
Er bestaat het risico dat vreedzame politieke of religieuze uitingen onder het bereik vallen.
2. Inbreuk op grondrechten
Vrijheid van meningsuiting (art. 7 Gw, art. 10 EVRM) en demonstratievrijheid (art. 9 Gw, art. 11 EVRM) komen onder druk te staan.
Buitenlandse voorbeelden tonen aan dat vergelijkbare wetten worden ingezet tegen vreedzame demonstranten en activisten, zoals in het VK (massale arrestaties bij protesten tegen het verbod op “Palestine Action”), Duitsland (verbod op pro-Palestijnse demonstraties) en Frankrijk/Spanje (veroordelingen van kunstenaars en journalisten).
3. Proportionaliteit en subsidiariteit
Bestaande bepalingen tegen opruiing, haatzaaien en lidmaatschap van terroristische organisaties bieden al mogelijkheden om op te treden.
De noodzaak van een aanvullende, brede strafbaarstelling is onvoldoende onderbouwd.
Advies
Beperk de strafbaarstelling tot eenduidig omschreven uitingen die direct en concreet aanzetten tot geweld of rechtstreeks oproepen tot terroristische misdrijven, en voer een onafhankelijke toets in voor de aanwijzing van “terroristische organisaties”. Zorg voor waarborgen om te voorkomen dat vreedzame politieke, religieuze of journalistieke uitingen onder het bereik vallen.