Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Dhr MA Barentsen
|
Plaats
|
Leusden
|
Datum
|
13 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Geachte heer/mevrouw,
Met deze reactie wil ik mijn zorgen uiten over artikel 132c Sr van het wetsvoorstel. Hoewel ik het doel – het tegengaan van radicalisering – onderschrijf, acht ik dit onderdeel juridisch en maatschappelijk problematisch.
Het artikel stelt straf op het openlijk betuigen van steun aan organisaties die van rechtswege zijn verboden of zijn aangewezen via de Sanctiewet 1977. Dit roept vragen op over rechtszekerheid: de status van zulke organisaties is vaak afhankelijk van politieke context en kan veranderen. Burgers kunnen daardoor onvoldoende voorzien of hun uiting strafbaar is.
Daarnaast is de term “steun betuigen” vaag. Gaat het om het dragen van symbolen, het uiten van politieke sympathie, of het pleiten voor dialoog? Zonder duidelijke afbakening bestaat het risico dat legitieme meningsuiting strafbaar wordt gesteld. Dit raakt direct aan de vrijheid van meningsuiting (artikel 7 Grondwet en artikel 10 EVRM) en kan leiden tot zelfcensuur.
Ik verzoek u daarom artikel 132c Sr te heroverwegen en te herformuleren met: – Een heldere definitie van de organisaties waarop het van toepassing is; – Een duidelijke afbakening van strafbare steunbetuiging, waarbij politieke uitingen zonder geweldsverheerlijking worden uitgesloten; – Waarborgen dat fundamentele rechten niet worden beperkt.
Met vriendelijke groet, Thijs Barentsen