Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
M Blokland
|
Plaats
|
Breda
|
Datum
|
14 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Ik maak bezwaar tegen het huidige wetsvoorstel in deze vorm, omdat de definities onvoldoende duidelijk zijn en daardoor een groot risico vormen voor de vrijheid van meningsuiting en vreedzame politieke expressie.
1. Onduidelijke begrippen
Het wetsvoorstel maakt niet expliciet wat onder “terroristische organisaties”, “verheerlijken” en “steun betuigen” wordt verstaan. Zonder heldere, juridisch afgebakende definities ontstaat ruimte voor subjectieve of politieke interpretatie, wat kan leiden tot ongelijke toepassing van de wet.
2. Risico voor legitieme meningsuiting
In de toelichting wordt onder meer verwezen naar het dragen van kleding, het zwaaien met vlaggen of het plaatsen van berichten op sociale media. Wanneer deze symbolen of uitingen in een bepaalde context door de overheid worden gelabeld als “steun” of “verheerlijking”, kan dit ertoe leiden dat vreedzame demonstraties, solidariteitsacties of kritiek op beleid strafbaar worden gesteld.
3. Internationale voorbeelden
In andere landen (zoals het VK en Duitsland) is gebleken dat vergelijkbare wetgeving in de praktijk is gebruikt om vreedzame demonstranten te arresteren en te vervolgen, ook wanneer zij zich inzetten tegen mensenrechtenschendingen. Dit heeft een sterk afschrikwekkend effect op burgers die gebruik willen maken van hun recht op demonstratie en vrije meningsuiting.
4. Botsing met grondrechten
Het voorstel raakt aan artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting). Eventuele beperkingen hierop moeten strikt noodzakelijk, proportioneel en voorzienbaar zijn. De huidige formulering biedt daar onvoldoende garanties voor.
Conclusie
Ik verzoek u het wetsvoorstel niet in deze vorm aan te nemen, maar eerst de begrippen nauwkeurig te definiëren, de reikwijdte helder af te bakenen en expliciet te waarborgen dat vreedzame politieke uitingen en mensenrechtenactivisme níet onder deze strafbaarstelling kunnen vallen. Alleen zó kan worden voorkomen dat de wet in strijd komt met fundamentele mensenrechten en vrijheden.