Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Naam D van Leeuwen
Plaats Rotterdam
Datum 14 augustus 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Ik maak mij grote zorgen over dit wetsvoorstel. De kern van mijn bezwaar is dat de bepalingen te vaag en breed zijn geformuleerd. Begrippen als “verheerlijken” en “steun betuigen” zijn subjectief. Hierdoor bestaat het risico dat niet alleen aanzetten tot geweld, maar ook journalistiek, kunst, wetenschappelijk onderzoek en activisme strafbaar worden.

Voorbeelden liggen voor de hand: een fotograaf die een muurschildering publiceert, een onderzoeker die de historische context van gewapend verzet toelicht, of een activist die oproept tot solidariteit met een volk waarvan sommige strijdgroepen op een lijst staan. Deze uitingen zijn onderdeel van het publieke debat en mogen niet via het strafrecht worden gesmoord.

Selectieve handhaving ligt op de loer, vooral richting groepen die zich uitspreken over buitenlandse conflicten waarbij Nederland of bondgenoten partij zijn. Dat schaadt het vertrouwen in de democratische rechtsstaat.

Bovendien is deze wet overbodig: artikelen 131, 132 en 140a Sr bieden al voldoende mogelijkheden om echte dreigingen aan te pakken. Het voorstel voegt geen noodzakelijke bescherming toe, maar wel een extra risico voor de vrijheid van meningsuiting, zoals gewaarborgd in artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 EVRM. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stelt dat beperkingen hierop alleen mogen bij directe, aantoonbare schade.

Ik ben opgegroeid met het idee dat vrije meningsuiting de ruggengraat is van onze samenleving. In andere landen worden vergelijkbare wetten misbruikt om oppositie en journalistiek te muilkorven. Dat mag hier niet gebeuren. Juist in tijden van crisis moet vrijheid worden beschermd, niet uitgehold. Dit voorstel ondermijnt dat fundament – en daarom moet het van tafel.