Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Naam N.E Swen
Plaats Castricum
Datum 24 juli 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Het wetsvoorstel om het verheerlijken van terrorisme en het publiekelijk steunen van terroristische organisaties strafbaar te stellen vormt een ernstige bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting. Hoewel het begrijpelijk is dat de overheid terrorisme wil bestrijden, is dit voorstel zodanig vaag en breed geformuleerd dat het grote risico’s met zich meebrengt voor de rechtsstaat.

Allereerst zijn termen als “verheerlijken” en “steunbetuiging” juridisch onduidelijk. Wanneer is er sprake van verheerlijken? Gaat het om een politieke mening, een culturele uiting, een analyse of een vorm van solidariteit? Deze vaagheid leidt tot rechtsonzekerheid en maakt het voorstel vatbaar voor willekeur. Dat is onaanvaardbaar in strafrechtelijke context.
.Zeker in gevoelige contexten zoals internationale conflicten of migratie kunnen uitingen die politiek ongemakkelijk zijn, maar géén geweld verheerlijken, onterecht als strafbaar worden gezien.

In de praktijk zal dit voorstel waarschijnlijk vooral mensen uit gemarginaliseerde groepen treffen. Denk aan activisten die opkomen voor de rechten van Palestijnen, of andere onderdrukte bevolkingsgroepen. Zij lopen het risico gecriminaliseerd te worden voor uitingen die géén enkele oproep tot geweld bevatten. Het voorstel kan zo bijdragen aan etnisch of politiek profileren en verdere maatschappelijke polarisatie.

Daar komt bij dat Nederland al wetten heeft tegen het aanzetten tot haat, geweld en discriminatie. Deze bieden voldoende juridische basis om op te treden tegen daadwerkelijk gevaarlijke uitingen. Dit wetsvoorstel voegt daar een onnodig en gevaarlijk extra strafbaar feit aan toe, zonder duidelijk maatschappelijk voordeel.

Ook vanuit mensenrechtelijk perspectief is het voorstel problematisch. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft herhaaldelijk geoordeeld dat vrijheid van meningsuiting ook uitingen beschermt die "shockeren, kwetsen of verontrusten", zolang ze niet oproepen tot geweld. Dit wetsvoorstel schuift die grens gevaarlijk op.

Kortom, het voorstel opent de deur naar repressie van politieke opvattingen, ondermijnt fundamentele vrijheden, vergroot het risico op discriminatie en doet weinig om daadwerkelijke dreigingen te verminderen. In een democratische samenleving moeten we juist ruimte houden voor debat, protest en kritische uitingen – ook wanneer deze confronterend zijn.

Ik roep de wetgever dan ook op dit wetsvoorstel in te trekken.